Teloorgang en keerpunt
Schiedam telt begin negentiende eeuw bijna twintig
molens langs de vesten, die ver boven de stad uitrijzen.
De kolossale molens domineerden het stedelijk pano
rama volledig. Waarschijnlijk waren er destijds weinig
steden op de wereld die van verre afstand zo goed
herkenbaar waren als Schiedam. Hadden we ze maar
laten staan denk je dan weieens, dan zou Schiedam
nu een onverwoestbaar toeristisch imago hebben.
Maar zo is het niet gegaan, en dat is ook heel begrij
pelijk. Niet voor niets werden er vanaf de tweede helft
van de negentiende eeuw stoommolens gebouwd en
deed later ook de dieselmotor zijn intrede. De wind
waait niet altijd en een windstille periode betekende
niet alleen stilstand voor de molens, maar na een tijdje
ook voor de branderijen waar de economie van de stad
op dreef. En windmolens die niet meer malen worden
niet meer onderhouden, raken in verval en gaan
gevaar opleveren. Vanaf het begin van de twintigste
eeuw zijn er dan ook een flink aantal afgebroken. Wel
bleef de stomp in een enkel geval nog jarenlang staan
want die was bruikbaar als opslagruimte. Zo werd de
stomp van de Oostmolen pas in de jaren zestig van de
twintigste eeuw gesloopt.
Maar Schiedam komt vrij snel tot bezinning; wellicht
als reactie op die massale afbraak. Al in 1928 doet
het gemeentebestuur moeite om de molen de Vrijheid
op de plaatselijke monumentenlijst te krijgen en in
1938 verstrekken B&W een subsidie om de Vrijheid
te restaureren. Vlak voor de bevrijding koopt het
gemeentebestuur de dan al onttakelde Noordmolen
aan om deze voor afbraak te behoeden. Restauratie
heeft dan nog geen prioriteit, dat moet tot 1961
wachten. In 1971 volgt aankoop van de Vrijheid,
momenteel de best bewaard gebleven molen van
Schiedam, met veel authentieke kenmerken. De molen
is tot het einde van de oorlogsjaren nog regelmatig
in gebruik gebleven en maalt in de oorlog erwten en
bonen voor de gaarkeukens. Maar een in 1966 door
de eigenaar, de fa. J.J. Meder, gestarte opknapbeurt
is halverwege gestrand. In 1976 koopt de gemeente
ook molen De Drie Koornbloemen aan van P. van
Voorden die er sedert 1956 een veevoedermaalderij in
exploiteerde. Van Voorden zet zijn bedrijf daarna nog
geruime tijd voort als huurder.
Vrijwilligers
De eerste molen die na aankoop door de gemeente
weer kan draaien is de Noordmolen. In 1970 is het
zover en dat trekt enkele nieuwsgierige jongeren naar
de molen, die al snel gaan meehelpen met de vele
opruim- en onderhoudsklussen die er te doen zijn.
In 1973, het jaar waarin ook een nog steeds bestaand
restaurant in de molen wordt gevestigd, komt oud
molenaar Fré Kodde voor de vrijwilligersgroep een
opleiding tot molenaar verzorgen.
Inmiddels zijn de vrijwilligers op initiatief van
wethouder Cor Bolmers ook op de kort daarvoor
aangekochte molen de Vrijheid aan de slag. Behalve
een grootscheepse schoonmaakbeurt om de molen
van duivenmest te ontdoen, nemen de vrijwilligers
ook steeds meer onderhoudswerk voor hun rekening,
terwijl molenmaker Verbij tegelijkertijd een restau
ratie uitvoert. Als de molen in 1974 weer maalvaardig
is, wordt de Stichting Molen de Vrijheid opgericht die
voor de bakkers gaat malen. Fré Kodde wordt eerste
molenaar en zal in 1977 worden opgevolgd door Rob
Batenburg, die dan al geruime tijd tweede molenaar
is. De activiteiten van Stichting Molen de Vrijheid
zijn enige jaren geleden overgenomen door Stichting
de Schiedamse Molens. Stadsmolenaar Theo de Rooy
maalt nu in de Vrijheid voor de bakkers in de wijde
omtrek..
In 1979 wordt de Vereniging de Schiedamse Molen-
vrijwilligers opgericht, die meer structuur aanbrengt
in de vrijwilligersactiviteiten. Voor de gemeente is dit
mede aanleiding om als eigenaar van de drie molens
een langetermijnvisie voor de molens te ontwikkelen.
In 1981 stelt de gemeenteraad het Aktieplan tot
behoud van de Schiedamse Molens' vast dat voorziet
in de oprichting van de 'Stichting De Schiedamse
Molens'. Naast de gemeente zelf nemen ook enkele
vrijwilligers en andere belanghebbenden zitting in het
stichtingsbestuur.
Al snel na de oprichting koopt de gemeente voor éen
gulden de Molen de Walvisch aan van de Vereniging
Scyedam jaargang 45 nr. 1