dan bijvoorbeeld een lezing. In de krant wordt de
lezing aangekondigd: waar, wanneer, hoe laat, dat
soort informatie vind je wel terug. Maar boeide het
onderwerp de aanwezige arbeiders? Wat de reacties
waren, wordt nergens gemeld."
Als bronnen voor zijn onderzoek heeft Bassant onder
meer publicaties in Scyedam gebruikt, waarin inter
views stonden met Schiedammers. Ook de romans
van Daan van der Zee schetsen een realistische sfeer
van het leven van een arbeider en vormden een bron
van informatie. Verder heeft hij vele archiefstukken
doorgeworsteld, zoals politierapporten waarin onder
andere wordt gemeld waartegen agenten optraden.
Of hoeveel ballen of pijl en bogen van kinderen
op straat in beslag waren genomen. Die cijfers
geven ook weer waar de jeugd mee speelde. Onder
arbeiders rekent Bassant namelijk niet persé de
werkenden; ook de vrijetijdsbesteding van kinderen
en arbeidersvrouwen neemt hij in zijn proefschrift
mee. "Het blijkt lastig te zijn om het begrip arbeider
scherp te omschrijven. Ik heb het gekoppeld aan de
beroepsstatus, zoals iemand die sjouwer was, en aan
sociale status. De zoon van een arbeider die geleerd
had en kantoorbediende was, reken ik vanwege zijn
afkomst wel tot de arbeiders."
Taaie klus
Met behulp van oude telefoonboeken krijgt Bassant
een goed beeld van de verschillende arbeiders die dan
in Schiedam wonen. Telefoonboeken vermeldden
tot circa 1930 namelijk behalve de naam en het
adres ook het beroep. "Dat was een taaie klus om
zo'n telefoonboek door te worstelen. Het gaf me wel
een goed beeld van welke beroepen er waren en hoe
vaak je dat beroep tegenkwam in Schiedam. Wat
me daarbij heeft verrast, was hoeveel verschillende
beroepen er waren. In Schiedam was er wel telkens
een mono-industrie: de jeneverindustrie, daarna de
scheepswerven en metaalindustrie, maar het zorgde
voor een breed pakket aan werk. Wat je heel weinig
ziet in Schiedam in die tijd, zijn dienstverlenende
beroepen, zoals een verzekeringsagent."
Volgens Bassant behoort tachtig tot negentig
procent van de Schiedammers in de achttiende en
negentiende eeuw tot de arbeidersklasse. Het beeld
dat hij zich inmiddels heeft gevormd van de Schie-
damse arbeiders is dat ze een zwaar leven hadden,
in slechte woonomstandigheden verkeerden en
opmerkelijk genoeg, tamelijk onderdanig waren.
"De Rotterdamse havenarbeiders gingen nogal eens
in staking; in Schiedam gebeurde dat nauwelijks.
Interieur van de Gemeentebibliotheek aan de Lange Haven omstreeks 1929. In de bibliotheek worden eerst alleen
studieboeken aangeboden, maar later worden toch ook romans aangeschaft om de mensen naar de bieb te
trekken. Foto GAS beeldnummer 41797.
Scyedam jaargang 45 nr. I
23