Ontspanning voor arbeiders:
een ingewikkeld speelveld
In 1906 besloot het gemeentebestuur in Schiedam
de kermis af te schaffen. Het was de uitkomst van
een strijd die meer dan een halve eeuw had geduurd.
Voor arbeiders was de kermis die een week duurde
een jaarlijks hoogtepunt en hij werd dan ook massaal
bezocht. De tegenstanders van de kermis, die binnen
alle maatschappelijke geledingen te vinden waren,
wezen echter op de grote morele gevaren die eraan
verbonden waren. De kermis zou aanleiding geven tot
drankmisbruik, seksuele uitspattingen en verwaarlo
zing van het gezin door arbeiders. Daarbij hoefden
arbeiders niet op hun eigen leidsmannen te rekenen,
want die behoorden tot de voorstanders van afschaf
fing. Het gemeentebestuur bestaande uit liberalen
en confessionelen was verdeeld over de kwestie. De
discussie verliep niet langs partijlijnen, maar was meer
een economische belangenstrijd. De voorstanders van
behoud van de kermis wezen bij herhaling op het
financiële belang ervan voor de stad. Winkeliers, café-
Paul Bassant
houders en drankproducenten in Schiedam hadden
extra inkomsten door de kermisweek. De gemeente
haalde geld binnen met belastingen en het verpachten
van plaatsen aan kermisexploitanten. De voorstan
ders relativeerden ook de gevaren en vonden daarbij
opmerkelijk genoeg de politie aan hun zijde, die vond
dat het wel meeviel met het vermeende wangedrag
tijdens de kermis. Er speelde verder het reële risico
mee dat bij afschaffing arbeiders zouden reageren door
elders de kermis te gaan bezoeken en dan zouden de
inkomsten stad uit vloeien. Toch kregen de tegenstan
ders uiteindelijk de overhand en kwam het in 1906 tot
afschaffing van de kermis.
In 1950 kwam er, na slepende discussies in de jaren
dertig en veertig, plotseling een omslag en kreeg de
kermis weer een permanente positie in Schiedam.
De aanleiding was dat een aantal notabelen verenigd
in de Schiedamse Gemeenschap een vakantieweek
met culturele, verheffende uitvoeringen voor de
Scyedam jaargang 45 nr. 1
25