malen. Bij de bouw van de wijk Nieuwland die al
in het verschiet lag, zou de molen overbodig worden
De molen verkeert echter nog in goede staat en zal
het nog wel even volhouden. Dat laatste blijkt ook
het geval, totdat de molen in de oorlogsjaren roem
loos aan zijn einde komt. In de nacht van 5 oktober
1944 pleegt het verzet een aanslag op de spoorlijn en
dit geeft de bezetter aanleiding om als represaille de
Nieuwlandsche Molen in brand te steken. Molenaar
Toon Post kan nog net op tijd wat bezittingen uit de
molen halen. De molen brandt tot de grond toe af en
word niet meer opgebouwd. Vanaf het fietspad langs
de Poldervaart zijn de fundamenten nog zichtbaar.
Behalve de molens langs de Poldervaart kende
Schiedam nog drie andere poldermolens. De kleine
Nieuw Mathenesserpolder tussen de Rotterdamse-
dijk en de Maas werd bemalen door de gelijknamige
molen, die zijn water via de Bakkershaven loosde op de
Buitenhaven. De Oud Mathenessermolen stond direct
ten noorden van het huidige treinstation Schiedam
Centrum en waterde af op de Schiedamse Schie. Het
drooghouden van de polders had natuurlijk hoge
prioriteit en aan het windrecht van de molens werd
dan ook niet getornd. Het gevolg was dat het eerste
station van Schiedam in 1847 een onaanzienlijk laag
gebouw werd. Ter gelegenheid van de opening van
dit station tekende Willem Troost vanaf de balie van
de Oud Mathenesser molen het prachtige panorama
van Schiedam, dat tot voor kort te zien was in het
voormalige molenmuseum in molen de Palmboom.
Tenslotte was er nog de kleine Schravemolen die de
's-Gravelandsche polder bemaalde totdat die in 1893
werd samengevoegd met de Nieuwlandsche polder.
De molen werd begin twintigste eeuw afgebroken.
Houtzaagmolens
Molens werden voor allerlei industriële toepassingen
gebruikt. Ze leverden gratis energie en dat niet alleen
in de vorm van een draaiende beweging. Ze konden
met behulp van een krukas ook een heen-en-weer
gaande beweging voortbrengen voor bijvoorbeeld het
aandrijven van een zaagraam in een houtzaagmolen.
Maar ook slaan, kloppen of persen was geen probleem.
Molens werden dan ook regelmatig voor andere
toepassingen omgebouwd als dat meer verdiensten
opleverde. In molen de Drie Koornbloemen zijn nog
sporen van diverse toepassingen aanwezig.
Hout was lange tijd het belangrijkste constructiema
teriaal, vooral in de scheepsbouw. Om de VOC-vloot
te kunnen bouwen, werd destijds een groot aantal
houtzaagmolens opgericht, vooral in de Zaanstreek.
Vaak waren dat Paltrokmolens, kleine zaagmolens die
niet zoals bovenkruiers - een draaibare kap hebben
maar net als een standerdmolen in zijn geheel in de
rondte kunnen draaien om de molen op de wind te
kruien. Molen de Vlijt, die in 1787 werd gebouwd ten
zuiden van de Bakkershaven, was zon Paltrokmolen.
De molen heeft ongeveer honderd jaar dienstgedaan.
Aan de Lange Nieuwstraat, naast de Varkenssluis
werd in 1723 de houtzaagmolen Wijk den Toorn
gebouwd. Geen Paltrok, maar een achtkantige
houten bovenkruier. Initiatiefnemer Jacob Bernouw
koopt de ondergrond voor de molen voor vierhonderd
gulden van de gemeente en krijgt het omliggend erf
in erfpacht. Hij exploiteert de molen vijftien jaar en
verkoopt hem dan. Na weer een verkooptransactie
komt de molen in eigendom van Jacob Poort, die
inmiddels ook de Vlijt in eigendom heeft. Er rust
geen zegen op de aankoop want Jacob wordt drie jaar
later failliet verklaard. Ergens tussen 1860 en 1870
krijgt de molen stoomaandrijving, waarschijnlijk
mede vanwege de hoge bomen in de Plantage die
de windvang belemmeren. In 1912 brandt de over
gebleven onderbouw met zagerij volledig af en wordt
niet meer opgebouwd.
De jongste houtzaagmolen in Schiedam was de Oud
Burgemeester Knappert. Net als de Wijk den Toorn
een houten achtkantige bovenkruier. Hij wordt
in 1862 gebouwd aan de Buitenhavenweg, vlakbij
de Buitensluis, in opdracht van F.W. van der Eist.
Behalve windaandrijving heeft de molen ook stoom
aandrijving, zodat er bij windstilte doorgewerkt kan
worden. Na het aftreden van de heer Knappert als
burgemeester in 1866, wordt de molen in 1868 naar
hem vernoemd. De molen blijft als windmolen in
bedrijf tot 1919. Hij wordt dan onttakeld en tot balie-
Scyedam jaargang 45 nr. 1
7