Armenschool wordt verdubbeld
Al in de 18e eeuw is men in Nederland ervan overtuigd
dat arme kinderen naar school moeten om ervoor te
zorgen dat ze later niet tot de armenzorg vervallen. In
1806 verplicht de onderwijswet de gemeente om voor
onderwijs voor alle kinderen te zorgen. De wet regelt
het onderwijs naar stand. Er komen scholen voor
onvermogenden (armenscholen), minvermogenden
(tussenscholen) en vermogenden. De gemeente is
verantwoordelijk voor al het onderwijs, dus ook voor
de gratis armenscholen. De ouders krijgen compen
satie voor het gederfde inkomen van de kinderen, van
de diaconie (kerk) of de armenzorg (gemeente).
Al in 1779 bouwt Schiedam een Stadsarmenschool
aan het Broersveld. Als het Blauwhuis in 1846 sluit,
hebben burgemeester en wethouders meteen een
nieuwe bestemming in gedachten. Schiedam heeft
een nieuwe armenschool nodig voor het toenemend
aantal kinderen. De zuidvleugel van het Blauwhuis
wordt in 1846 in twee jaar verbouwd tot school,
met in het achterste deel een onderwijzerswoning.
In juli 1848 opent de school, met Arij Hemelop als
eerste hoofdonderwijzer. Het onderwijs is klassikaal,
met een christelijke basis en staat onder toezicht van
schoolopzieners.
In 1862 beleeft de armenschool een metamorfose.
Het gebouw wordt verdubbeld. Twee klaslokalen
komen naast elkaar met in het midden een schei
dingswand met grote vensters. Er komt een nieuwe
kap op en de eerste vier meter van de vleugel aan het
Blauwhuis wordt weggehaald, zodat de school een
zelfstandig gebouw wordt. Alle ramen en deuren
worden verplaatst. Het gebouw is veranderd in een
19e-eeuwse armenschool.
Als op 16 april 1863 'de school achter het postkan
toor' opent, is het de grootste school van Schiedam.
Aan het hoofd staat, van 1861 tot 1898, hoofdonder
wijzer Pieter van Vlaardingen. Er zijn zes hulponder
wijzers in zes grote lokalen. In het midden van elke
klas staat een kolenkachel en de kinderen zitten met
z'n achten op zes grote banken. Meisjes en jongens
zitten gescheiden maar wel samen in een lokaal.
Bevolkingsgroei
In 1860 komt er een Verordening op de Openbare
Lagere Scholen, waarin staat dat alle kinderen vanaf 5
jaar onderwijs moeten kunnen krijgen. Elke werkdag
is er school behalve op zaterdagmiddag en tijdens 14
vakantiedagen in de zomer. Het is niet geoorloofd
om zonder verlof van school te blijven. Jongens en
meisjes worden zoveel mogelijk gescheiden in de klas
geplaatst.
Achterzijde van het Blauwhuis met de voormalige linker- en rechtervleugel gezien vanaf de Nieuwe Haven rond
1900. Duidelijk zichtbaar is dat de rechtervleugel, waar de le Openbare Armenschool in zit, tweemaal zo breed is.
Ingekleurde prentbriefkaart, fotograaf J. Van Diggelen, beeldnummer 16644
Scyedam jaargang 45 nr. 2
55