de kwekelingen slechts tussen de 12 en 14 jaar oud
zijn. Bij de andere Schiedamse scholen is het leerlin
genaantal veel lager, gemiddeld 40 tot 45 leerlingen
per klas. Op de bijzondere scholen is het verloop van
hulponderwijzers gering. Bij het openbaar onderwijs
en zeker op de eerste armenschool zijn er echter veel
wisselingen, door de slechte salariëring. In elk jaar
verslag schrijft de commissie dat de salarissen van het
personeel omhoog moeten.
Over de eindresultaten van de schoolverlaters is de
commissie ontevreden. De vaardigheden van de leer
lingen in het lezen, schrijven en rekenen zijn onvol
doende. Dit komt omdat de kinderen met 12 jaar al
definitief van school gaan.
Onderwijswetten
1874 is een belangrijk jaar was voor kinderen en het
onderwijs. Het 'kinderwetje van Van Houten' regelt
het verbod op fabrieksarbeid voor kinderen onder
de 12 jaar. Dit bevordert natuurlijk juist de school-
gang van de arbeiderskinderen. In 1901 komt de
Leerplichtwet, deze is dan nauwelijks meer nodig
omdat bijna alle kinderen tot 12 jaar al naar school
gaan.
Dat onderwijs in Schiedam geen filantropie is, blijkt
uit de volgende kwestie. In 1873 verhoogt de gemeente
Schiedam het schoolgeld voor het Gewoon en meer
uitgebreid Lager Onderwijs voor het jaar 1874. Het
jaar daarvoor deed de gemeenteraad dit ook al voor
de meisjesschool. In beide gevallen is, de schoolcom
missie niet om advies gevraagd. De commissie is
hier verbolgen over, daar zij volgens artikel 64 van
de Wet op het Lager Onderwijs als doel heeft 'den
bloei van het onderwijs naar vermogen te behartigen'.
Daarom geeft de schoolcommissie in een brief van 21
november 1874 een ongevraagd advies aan de gemeen
teraad en wijst daarin naar de wet. De schoolcom
missie betoogt dat in de Wet op het Lager Onderwijs
staat: 'kan eene bijdrage voor ieder schoolgaand kind
worden geheven'. Volgens de commissie betekent dit
niet dat de kosten voor het onderwijs worden gedekt,
maar alleen tegemoet worden gekomen. Ook wijst
ze naar artikel 194 van de grondwet. Met 'voldoend
openbaar lager onderwijs geven' wordt in ieder geval
niet bedoeld dat het onderwijs zo duur wordt dat
de burgers het niet meer kunnen betalen. Daarbij is
het zo dat de lagere klassen van de meisjesschool al
kostendekkend zijn.
MÉ.
Scyedam jaargang 45 nr. 2
57