bo e k en nieu ws
Boekennieuws
M.A. Biesheuvel, Een Schiedamse jongen
Herman Noordegraaf
Sinds 2015 organiseert de bibliotheek jaarlijks, in
samenwerking met andere organisaties, activiteiten
rondom een schrijver die iets met Schiedam van doen
heeft. Hij of zij kan er geboren zijn, gewoond of gewerkt
hebben. Ida Gerhardt opende de rij, daarna volgden
Ferdinand Bordewijk, Francois HaverSchmidt ('Piet
Paaltjens') en Gerard Reve. In 2019 staat Maarten
Biesheuvel centraal, geboren in Schiedam op 23 mei
1939. Daar woonde hij de eerste twintig jaar van
zijn leven. In het kader van zijn tachtigste verjaardag
was er een tentoonstelling in de bibliotheek, vond er
een literaire avond plaats, en er verscheen een folder
met een fietstocht langs plaatsen die een rol hebben
gespeeld in de Schiedamse jaren van de schrijver of in
verhalen daarover. Ten slotte was er op de verjaardag
van onze schrijver een feestavond, waarop Biesheuvel
zelf aanwezig kon zijn. Op die avond vond onder meer
de presentatie plaats van Een Schiedamse jongen.
In deze verhalenbundel vindt de lezer een door Jan van
Bergen en Henegouwen, Jan Gordijn en Hans Over-
heul geselecteerde reeks verhalen uit het oeuvre van
Biesheuvel waarin Schiedam een rol speelt. In biogra
fische volgorde komen allerlei personen, gebeurte
nissen, gebouwen, verenigingen en het gereformeerde
kerkelijk leven aan de orde. Het is een genot om die
verhalen te lezen en het boek is dus een aanrader.
Daarbij, zo vermeld ik voor de lezers van Scyedam,
moet men zich realiseren dat het om literatuur gaat,
om verhalen, die niet als zodanig de feitelijke werke
lijkheid pretenderen weer te geven. Dat is ook niet de
bedoeling van de schrijver. Hij schrijft geen memoires,
al zijn er wel gebeurtenissen in verwerkt, maar die
hoeven niet zo gebeurd te zijn. Zoals de verhalen
waarin Biesheuvel vertelt over de Engelse bom die zijn
huis treft en waarin in het ene verhaal zijn zus Ada en
in het andere hijzelf net aan de dood ontsnappen (zie
de verhalen 'Dekking' en 'De pornografie'). Echter
niet het huis van de familie Biesheuvel (Vlaardin-
gerdijk 343b) werd getroffen, maar de woning met
nummer 337. Ook kan ik mij niet voorstellen dat zijn
vader als goed gereformeerde vloekte.
Nog een ander voorbeeld vinden we in het verhaal
'Astrid Krikke'. Daarin spreekt Biesheuvel over het
'gereformeerd clubhuis genaamd 'Irene", waarin de
knapenvereniging 'Jonathan' en de meisjesvereniging
'Esther' hun bijeenkomsten hielden. Gebouw Irene
(Nieuwe Haven 155, nu Koninkrijkzaal van de Jeho
vah's Getuigen) was echter een hervormd bolwerk,
waarin onder meer de CJMV haar bijeenkomsten
hield. De gereformeerde jeugd hield haar bijeenkom
sten in het (gereformeerd) Jeugdhuis aan de Lange
Haven 97. Het pand was in 1926 gekocht uit het
faillissement van de Verenigde Bond van Distillateurs
en Likeurstokers. Het heeft dienstgedaan als club
huis voor gereformeerd jeugdwerk totdat het in 1973
verkocht werd aan Interbook. Kortom, de verhalen
zijn waar als verhaal, maar hoeven niet echt zo gebeurd
te zijn.
Ten slotte: in de inleiding op Een Schiedamse
jongen schrijft beoogd biograaf Erik de Bruin over
'het strenge en strikt gereformeerde schoolsysteem
van het Groen van Prinsterer' in Vlaardingen, waar
Maarten op het gymnasium zat. Hij botste daarmee,
vooral zoals dat naar voren kwam, in het optreden
van de rector. Het Groen was en is echter een (protes
tants) christelijke school, waarin niet alleen kinderen
uit de gereformeerde kerkgenootschappen, maar
ook hervormden en nog anderen naar toe gingen.
Dit alles gezegd hebbende, beveel ik aan: neem en
lees, want het zijn verrukkelijke verhalen, die boven
dien door de Schiedamse uitgeverij Scriptum mooi
zijn uitgegeven. M
J.M.A. Biesheuvel, Een Schiedamse jongen, Scriptum,
Schiedam 2019, pp. 252, prijs 21 euro.
98
Scyedam jaargang 45 nr. 3