VREDEBREGT kolen -olie Vaarwel kolenkachel en kolenboer In 1948 werden in Drenthe enkele kleine aardgasvelden gevonden, die vanaf dan door de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM, 1947) werden geëxploiteerd voor de eerste Nederlandse gemeente die aardgas stookte: Coevorden. Na deze kleine velden was het op 22 juli 1959 pas echt raak: onder de akker van boer K.P. Boon, in Kolham bij Slochteren, werd een gasbel gevonden op 2659 meter diepte. Later bleek de inhoud van de gasbel van Slochteren minstens 2700 miljard kubieke meter te zijn. Hierna werd begonnen met de aanleg van een landelijk aardgasnetwerk. Omdat toentertijd werd voorzien dat de grootschalige energievoorziening spoedig door kernenergie overgenomen zou worden, was het beleid van de Nederlandse overheid in de zestig jaren erop gericht het gas uit Slochteren zo snel mogelijk te exploiteren. Er werden grote, langdurige exportcontracten gesloten en met grote spoed werd de Nederlandse gasinfrastructuur geschikt gemaakt voor het Groningen-gas. Binnen tien jaar werden alle huishoudelijke gasapparaten afgesteld op Groningen- gaskwaliteit. Een laatste stuiptrekking was de winter van 1962-1963; de directie en het personeel van Vredebregt werd danig op de proef gesteld, toen sneeuw en vorst Nederland zodanig teisterden dat de kolen niet aan te slepen waren. Zelfs de boodschap van het STER-spotje, waarmee de kolenbranche het tij in 1968 nog probeerde te keren, was duidelijk: wie een ouderwetse, behaaglijke warmte in zijn huis wilde, deed er goed aan niet over te stappen op aardgas. Helaas voor de kolenbranche had dit spotje onvoldoende effect om het tij te keren. Verzwegen werd al het ongemak van de oude brand stof. Die vereiste een kolenhok of kolenbak voor de opslag van de voorraad. Van daar af moest voortdu rend met een volle kolenkit worden gesjouwd richting kachel of fornuis. Naar gas had je geen omkijken. Het stroomde zo, als het ware, je huiskamer binnen. Voor de meeste kolenhandels betekende de intro ductie van het gas in Nederland de doodsteek en het einde van hun bedrijf. Zo ook besloot de firma Vredebregt na een bestaan van 83 jaar in 1975 haar weinige activiteiten die nog over waren zake lijk over te dragen aan de firma St. Maartensdijk. Een firma die nog steeds bestaat, aan de Bettoweg.^ Met dank aan Aad en Raymond Vredebregt voor hun onbaatzuchtige hulp om dit artikel tot stand te brengen. Jeugdherinnering van de auteur 's Zomers in de jaren vijftig ging ik af en toe met mijn vader en moeder mee naar Vredebregt in de Boter- straat om kolen te bestellen. Als mijn moeder tegen het stookseizoen de loper van de trap afhaalde wist ik al hoe laat het was. Een vrachtwagen vol met jutezakken met kolen stopte voor de deur. Stoere mannen in manchester pakken stormden de trap op - althans zo leek het - met een omgekeerde jutezak over hun hoofd en droegen het mud kolen naar boven naar het kolenhok. Hun gezichten, handen en kleren waren meestal zwart van het kolenstof. Wanneer eindelijk de deur dicht sloeg, nadat de laatste zak naar boven was gedragen, begon voor mijn moeder het echte werk: de trappen boenen. VUUtt Scyedam jaargang 45 nr. 3 107

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2019 | | pagina 35