en twaalf meter diep. Wijlen Hans Breukhoven was
daar ooit zijn Free Record Shop begonnen. Zo'n
verzameling van winkels leek ons ook wel wat! We
gingen naar Vlaardingen, waar de platenbaas toen
hoofdkantoor hield, om de huurovereenkomst
persoonlijk te bespreken. Hans wilde een borg van
tweeduizend gulden. Wij staken dat geld liever in
truien, zo legden we hem uit. We kwamen ervan af
met het tekenen van een schuldbekentenis voor dat
bedrag. Hij kon onze koopmansgeest waarderen.
Hans zelf kwam zo af en toe belangstellend binnen
in 'Hollands smalste klerenwinkel' om te vragen hoe
het ons verging.
Ook toen al had de gemeente plannen om de Hoog
straat opnieuw in te richten. Het holletje van het
Broersveld zou in de nieuwe opzet zowat aan het oog
onttrokken zijn. We vormden een actiegroep van
verontruste winkeliers van de Broersveld-hol. We
haalden er de kranten mee en hadden succes. De hol
bleef in het zicht.
Spijkerbroeken kocht je overigens toen nog bij
vakkledingzaken als Mix en Röttgering op de
Hoogstraat. Door het persoonlijk op de Hoogstraat
uitdelen van kortingskaarten visten we potentiële
kopers uit de rijke vijver die de straat toen was.
Van flyeren had niemand nog gehoord. Wij deden
het. Andere winkeliers, vooral andere Schiedamse
kledingdetaillisten, vonden het ongehoord.
Straat van verveling
Voor mij was de Hoogstraat overigens veel meer dan
een verzameling stenen. Toen ik als zesjarige jongen
vanwege het werk van mijn vader in Schiedam kwam
wonen en op de Singel, bijna Rotterdamsedijk, naar
school ging, nam mijn moeder me na schooltijd
vaak mee naar de Hoogstraat, waar toen nog aan
beide kanten een stoep was. De Hoogstraat en het
verlengde ervan verbond het eindpunt van de tram
met het station Schiedam Centrum. Langs de route
lagen in het zicht de belangrijkste bouwwerken van
de stad: het museum, de bioscoop, de sluis in de
dam, het stadhuis, de Grote Kerk, de Rijks HBS, het
Proveniershuis en de Singelkerk. Als jonge jongen
zag ik het niet.
Scyedam jaargang 45 nr. 4 129