Mijn moeder sleepte me mee, terwijl ze met die
en gene een praatje maakte, deed er de dagelijkse
boodschappen, waarna we sjouwend over de stoepen
uiteindelijk zonder ook maar een hoek om te
gaan - in de Overschiesestraat terechtkwamen, waar
de boodschappen eindelijk de trap op konden. De
Hoogstraat was voor mij toen een straat van verve
ling. Dat werd wel anders.
Flaneren
Als dertienjarige kocht ik er bij Hakkert mijn eerste
single, Strawberry Fields Forever, van The Beatles.
Het is, volgens John Lennon, een nummer over
herinneringen aan vroeger, maar ook over zijn twij
fels en onzekerheden. Ik herinner mij de mensen
die in de winkel stonden nog goed, ik kan me de
gezichten van mijnheer en mevrouw Hakkert nog
voor de geest halen, voor mij waren het autoriteiten
op muzikaal gebied. Elke week ging ik erlangs om
een gedrukt A4-tje met de top 40 op te halen. Dat
was belangrijk leesvoer voor mij als opgroeiende
tiener. Onzeker als je was, moest je toch ergens over
kunnen meepraten. Naarmate de leeftijd vorderde,
en ik bijna een biertje mocht gaan drinken, nam het
flaneren over de Hoogstraat toe. Elke zaterdag met
vrienden paradeerden wij er. Van de Koemarkt rich
ting de Monopole, tot de Grote Markt als we die al
haalden, en weer terug richting Koemarkt. Naar de
winkels keken we niet.
Ook nadat ik als winkelier begonnen was en wij
begin jaren tachtig onze tweede kledingwinkel Casa
écht op de Hoogstraat openden op nummer 120
met als huisbaas een van de bekendste vastgoed
eigenaren van Schiedam die tijd, George Toth, hij
woonde zelf boven de winkel - was de straat voor
mij vooral een straat van mensen. Met elke klant die
binnenkwam, ging je als het ware een relatie aan,
kortstondig in eerste instantie, maar je hoopte dat
een tevreden klant terugkwam. En zo ging het ook
heel vaak.
Muizen en ratten
Maar ook elk broodje dat ik tussen de middag als
lunch kocht, leverde als het ware een menselijke
relatie op. Als we de hol van het Broersveld opliepen
had je er aan de linker kant van de Havensteeg slager
Slieker. Dat was een klassieke slagerij, met man en
vrouw die klanten hielpen. Ze hielpen niet alleen
aan een onsje worst of een stuk vlees, maar ze waren
belangstellend naar het wel en wee van hun klanten.
Aan de andere kant van de steeg was een kaasboertje,
ook een winkel waar man en vrouw de klanten
hielpen. De tijd leek hier ernstiger te hebben stilge
staan. Onbeschilderde plankenhouten vloeren, met
Paul van der Spek (links) en Jan Schrijver (rechts) voor Speed Mouton (letterlijk Snel Schaap), 'Hollands smalste
Herenwinkel', Broersveld 5, ca. 1980. De man in het midden heeft een prijsvraag gewonnen en mag voor 300
gulden winkelen.
'30 Scyedam jaargang 45 nr. 4