oen
heb ik bij de nonnen in de Tuinlaan aangebeld...
Lidwien Meijer
De heer Wim van Rutten (90) woonde een
groot deel van zijn leven in Schiedam Oost.
Crisis, oorlog, de kerk, een eigen winkel...
hij maakte het er allemaal mee.
"In de crisistijd woonden we in de Laurens Coster-
straat. Mijn vader en moeder en twee oudere broers.
Toen kreeg de hele straat twee kwartjes huurverho
ging. We moesten betalen... óf eruit. De vrouwen
wilden niet betalen en toen werden de meubels op
straat gezet. Mijn vader was op dat moment niet
thuis. Hij was in Drenthe aan het werk, in het
kader van de werkverschaffing. Dus mijn moeder
stond er alleen voor. Ze ging naar ome Willem, die
had een boerderij aan de Overschieseweg en kwam
met paard en wagen de meubels ophalen. Op het
moment van die ontruiming stonden er veel huizen
leeg. Er werd een huis gevonden in het voorste deel
van de Parallelweg, de Prelleweg zeiden we. Dat was
het goede deel.
Oma woonde ook bij ons in huis. Zij ging altijd naar
de Singelkerk, weer of geen weer. Als het glad was,
liet ze mijn broer Jo voor zich uit lopen met de asla.
In de oorlog zat ik op de Aloysiusschool in de Laurens
Costerstraat bij broeder Keesie. Ik had een vrienden
club en we liepen met speldjes op om de Duitsers
te plagen. De speldjes waren gemaakt door Broeder
Keesie. We hebben geen hongergeleden tijdens de
oorlog, alleen in de hongerwinter. Dat kwam door
een groentetuin. Begin mei 1945 (de bevrijding was
in zicht) werkte ik in mijn tuintje en toen begonnen
de Duitsers precies daar schuttersputjes te graven.
Na de bevrijding zijn we met de verkennerij
begonnen. Zo heette de padvinderij bij katholieken.
We hadden bijeenkomsten in de torenkamer van de
pastorie van de Singelkerk. Verder hadden we geen
onderkomen, het was er koud, het was niet te doen,
we wilden een behoorlijke plek. Toen hebben we een
keer uit protest de verlichting uitgedraaid in de kerk.
Ik heb toen zelfs ook bij de nonnen in de Tuinlaan
aangebeld en ik mocht binnenkomen. Ik heb gezegd:
'Eerwaarde zuster, boven zijn er toch zalen...' Toen
mochten we in het houten gebouw achter de Singel
kerk. Dat was wat groter maar ook hartstikke koud
in de winter. We hadden er vuurpotten staan.
Ik had goede cijfers maar van studeren was in die
tijd geen sprake. Het werd de Ambachtsschool,
op de Walenburgerweg in Rotterdam. En daarna
werken bij Wilton-Fijenoord. Ik heb er een oplei
ding gevolgd op de bedrijfsschool, tot scheepstim
merman. Maar op den duur wilde ik toch eigen baas
zijn. In 1957 zijn we met de winkel begonnen in
de Lange Singelstraat en die groeide: we konden er
steeds meer ruimtes bij krijgen. We hadden een grote
zaagmachine en een rek voor latten en spaanplaat en
140
Scyedam jaargang 45 nr. 4