».M AT Ai. AT V"-^7 JiUii 4
Xv T-f-'T T - r
'---
aan in Brouwershaven. En hier in het verhaal komt
Schiedam ter sprake. In Van Loo's woorden: "Hij
[Filips] verliet Schiedam, waar hij op 5 januari 1426
in allerijl naartoe was gereisd en bracht zijn leger tot
voor Brouwershaven".1'
Heiligendagen
Wat is er nu bekend van een bezoek van Filips de
Goede aan Schiedam? En bleef het bij één bezoek of
waren het er meer?
In de hagiografie van Lidwina getiteld 't Leven van
Liedwij de maghet van Sciedam uit circa 1435, van
een anonieme auteur, wordt inderdaad gesproken van
een bezoek van Filips aan Schiedam: Toen zij in 1425
vurig hierom bad, kwam hertog Filips van Bourgondië
omstreeks Sint Gereons- en Victorsdag in Schiedam.
Daar werd hij als regent ingehaald, zoals ook in de
andere steden van Holland geschied was.2' De gebrui
kelijke manier van dateren in de Middeleeuwen was
met heiligendagen. Maar de feestdag van Gereon en
Victor viel op 10 oktober en dit is dus niet het bezoek
waar Van Loo op duidt.
Een andere bron is de uit de vijftiende eeuw daterende
"Aantekeningen van een stadsklerk", zoals uitgegeven
door Schiedams gemeentearchivaris Klaas Heeringa
in 1904. Hier lezen we: "Item doe worde de stede
geboden 't huus te Mattenes zeiver te bewaren van 't
gemeen lantswegen; ende d'burgemeesteren nam't an
ende bewairdet tot mijns heeren coomst van Bour
gondië". Met andere woorden, op gezag van de hoge
overheid moest de stad het kasteel van Mathenesse
gereed maken voor de komst van Filips de Goede.
Behalve dat deze passage gedateerd is tussen 1425 en
1426 is er helaas geen exactere datering bekend. Dus
de vraag blijft: over welk bezoek gaat het? Overigens,
maar dit terzijde, de stad had eerder Jacoba van Beieren
ontvangen met honderd man in haar gevolg. Dit werpt
de vraag op aan wiens zijde de stad Schiedam eigenlijk
stond.3'
De verblijfplaatsen van Filips zijn te achterhalen aan
de hand van de akten die hij uitgaf. Zo was hij op 8
oktober 1425 in Den Haag en op 13 oktober van dat
jaar in Delft. Het is dus inderdaad heel goed mogelijk
dat hij op 10 oktober in Schiedam was, maar er zijn
hier geen akten door hem bezegeld, dus zeker weten
doen we het niet. En er zijn ook geen oorkonden van
Filips bekend die zijn uitgegeven in Schiedam tijdens
het door Bart van Loo genoemde verblijf. Waar hij dus
zijn mededeling over het bezoek in januari 1426 op
baseert, is mij niet bekend.
Wel weten we dat Filips het kasteel van Mathenesse
nodig had in de oorlog tegen Jacoba van Beieren.
In een akte van 24 december 1425 beloofde hij het
kasteel na deze oorlog onbeschadigd te overhandigen
aan de eigenaar, Adriaen van Mathenesse. Maar dat
deze akte uitgegeven is in Schiedam is niet waarschijn
lijk, want op diezelfde dag was Filips in Leiden. Dit is
overigens waar de 'aantekening van de stadsklerk' op
sloeg. Volgens de stadsklerk zou de hertog ook nog
naar Schiedam komen.
Filips de Goede krijgt het Remissorium Philippi, een
register van het archief van de Hollandse graven,
1189-1650. Nationaal Archief, Den Haag, Graven
van Holland, 3.01.01, inv.nr. 2149.
1) Bart van Loo, De Bourgondiërs, Amsterdam 2019. p 248.
2) L. Jongen en C. Schotel, 'Het leven van Liedewij, de maagd
van Schiedam', Schiedam 1989.
3) K. Heeringa, 'Rechtsbronnen der stad Schiedam', 's-Graven-
hage 1904.
Scyedam jaargang 45 nr. 4
1 I 7