Stadskroniek
Bevrijdingsrevue 't Zit erop'.
Wij vieren dit jaar vijfenzeventig jaar bevrijding.
Babyboomers zijn allemaal opgegroeid met gruwel
verhalen over de permanente honger en over Duitse
soldaten die je vader en je ooms weg wilden voeren
voor werk in wapenfabrieken, mijnen en verdedi
gingswerken. "De ene dag aten we de aardappelen,
de andere dag de schillen", vertelde mijn moeder.
Mijn oma ruilde een kostbare ring voor een zakje
meel, dat later cement bleek te zijn. En mijn ome
Harry Hersbach roofde het houten hek langs het
Kippenbruggetje zodat er in ieder geval een beetje
hout was om de verkleumde leden te verwarmen.
Gas en licht waren al maanden afgesloten. Alleen de
radiodistributie deed het nog want het naziregime
wilde ook onder deze omstandigheden propaganda
blijven verspreiden.
Op zondag 4 maart 1945 gaf Ministerialrat von der
Wense een groot interview op de radio over de voed
selsituatie, die volgens hem mede in het ongerede
was geraakt vanwege de vele rechtstreekse contacten
tussen consumenten en producenten. Daarmee
bedoelde hij de hongertochten die duizenden stede
lingen maakten om op het platteland nog een beetje
eten op te scharrelen, nu de officiële rantsoenen tot
een langzame hongerdood leidden. De luisteraars
hoorden die avond bovendien over een rampzalig
bombardement op de Haagse wijk Bezuidenhout
met honderden slachtoffers.
Dat herkent U allemaal. Dat is de bezetting zoals
u zich die voorstelt. U denkt niet aan enthousiast
publiek, dat - voor zover mogelijk - in de puntjes
gekleed revue- en theatervoorstellingen bezoekt.. En
zich daar gek lacht en meedeint op de meeslepende
ritmes van het orkest..
In de week van 3 tot 10 maart 1945 vonden in het
Monopole op de Hoogstraat opvoeringen plaats van
het bekende Rotterdamse volksstuk Blonde Greet.
Alles zonder geluidsversterking want stroom was er
niet. Blonde Greet kreeg van Jan Koomen, recen
sent bij het foute dagblad 'Voorwaarts' veel lof. Hij
prees Dirk Janse en Mien Smeek die heel goed een
ruziënd echtpaar verbeeldden. Bob Gerards was als
lichtelijk aangeschoten speecher eveneens zeer op
dreef. Koomen vond het knap wat de spelers er op
het kleine toneel van de Schiedamse bioscoop van
hadden weten te maken. In het paasweekende eind
maart, begin april - stond Mottige Janus op het
programma, een toneelstuk in vijf bedrijven door
het Rotterdamsch Volkstoneel.
De voorstellingen op het toneel van het Monopole
waren officieel toegestaan en door de autoriteiten
goedgekeurd. In het geniep vond iets heel anders
plaats: overal in de stad oefenden Schiedamse
amateurs voor de grote revue 't Zit erop', die zou
worden opgevoerd na de bevrijding. Koren, dans-
groepjes, amateurtonelisten, muzikanten van allerlei
slag deden er aan mee. Het script was geschreven
door de katholieke onderwijzer Piet Albers, die in
1946 nog een buitengewoon gewaardeerde interim
burgemeester van Schiedam zou worden. Zonder dat
de Duitsers of hun handlangers het merkten vonden
deze repetities plaats. Middenin een hongersnood.
Dat getuigt van een indrukwekkende geestkracht.
Op 22 juni 1945 vond de premiere plaats in een
afgeladen Passagetheater. Wat zag het enthousiast
publiek? Hoe vanaf de maan gekeken werd naar het
bezette Schiedam. De bevrijdingsrevue was een naar
Schiedamse omstandigheden bewerkte versie van
de beroemde revue Frau Luna. Componist was Paul
Lincke. De bekendste schlager uit dit Duitse mega-
succes kunt U zo meeneurien want dat is 'Berliner
Luft'. Het Parool prees de kostuums en de prachtige
vormgeving. Maar: "De revue is beslist veel te lang.
Er is een teveel aan woorden, balletten, zang en zelfs
een teveel aan taferelen". Geen wonder, iedereen die
wat kon of dacht te kunnen in Schiedam eiste zijn of
haar minute of fame op het toneel. Het duurde alles
bij elkaar vier uur zodat het een nieuwe bevrijding
was, toen het publiek eindelijk naar huis mocht.
Een krankzinnige tijd. Een surrealistische tijd.
Volgende keer zal ik vertellen hoe ik veertig jaar later
met deze revue te maken kreeg.
Han van der Horst
Historicus
Voorzitter comité Open Monumentendag Schiedam
Scyedam jaargang 46 nr. 1
13