oen kV •h hing mijn vader een slang aan de waslijn. Mevrouw Ans Snel-vari der Meer (85) woonde als kind, met plezier in het Willemshofje, hartje Schiedam. "In het Willemshofje ben ik geboren, in 1934, in een gezin van zes kinderen. Het hofje bestond uit 21 kleine arbeiderswoningen. Beneden was een klein kamertje met een bedstee erin. Daar sliepen mijn ouders. Wij sliepen boven op het zoldertje. Het keukentje was piepklein. We hadden butagas en zo n petroleumstelletje. Achter was een plaatsje met het kolenhok en de wc. Dat was zo'n soort doos met een deksel erop. We noemden dat de ijswagen. Want de ijscoman had ook zo'n zelfde deksel op zijn ijskarretje. We zullen wel armoe gehad hebben, maar als kind dacht ik dat we schatrijk waren! We gingen op zondag wandelen, naar het Julianapark. Het was daar heel mooi. De kinderen van de buren deden dat niet, ze mochten weieens met ons mee. Mijn vader was handig, hij maakte zelf schaatsen voor mijn zus, Lidwien Meijer hij timmerde mooie kastjes. Hij werkte bij de RDM (Rotterdamse Droogdok Maatschappij) als smid. Maar in 1934 werd hij werkeloos. We kwamen in de steun. Hij ging graag vissen en die vissen aten we op. Maar iemand had beweerd dat vader de vissen verkocht en toen moest hij voor straf naar Drenthe, naar Veenhuizen. Daar heeft hij een paar dagen gezeten, maar het was allemaal niet waar. Later is hij weer bij de RDM gaan werken. 's Zomers mochten we in de waskuip buiten. Vader hing dan een slang aan de waslijn, met een blikje met gaatjes eraan, dan hadden we een soort douche. In de zomer zat iedereen buiten op de stoep te praten op stoelen uit de kamer. De mannen hadden de stoel dan achterstevoren en hingen eroverheen. En alle kinderen speelden: knikkeren, bokkie springen, touwtjespringen. Op het straatje was een pomp. Iedereen ging op zaterdag het straatje boenen, dan werd er veel aan de pomp gezwengeld. Heet water haalden we bij de waterstoker. Het hete water was voor de teil en voor de was. De was hing te drogen bij de kachel, op zo'n houten rek. 's Avonds zaten we om de tafel spelletjes te doen: bordspelletjes, woordspelletjes. Dat hebben we dit jaar met kerst ook weer gedaan. In de oorlog hebben we veel honger gehad. Een oom was hoofd van de gaarkeuken en daar kon vader komen helpen. Mijn broers mochten dan ook mee, en die likten al die gamellen uit. Mijn oudste zus trok op een fiets met houten banden met haar vriendin naar de Achterhoek. Vlak voor kerst '44 kwam ze terug, met onder andere een stuk spek. Daar hebben we toen zo van gesmuld! Op het laatst van de oorlog was er ook geen school meer. Mijn broertje Sjaak en ik zaten op zolder onder de dekens monopoly te spelen. Net een tent en zo bleven we een beetje warm. 14 Scyedam jaargang 46 nr. 1

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2020 | | pagina 14