bescherming van de haringvloot en werd binnen de
stad een garnizoen ondergebracht. Op het moment
dat Robbert Gordon in Schiedam arriveert is de situ
atie in Schiedam (en de noordelijke Nederlanden)
relatief veilig. Alleen in naam is het nog oorlog en
afgevaardigden van de strijdende partijen beginnen
dan in Münster de vredesonderhandelingen. In
Zeeland en Vlaanderen vinden in deze periode
nog wel enkele veldtochten en belegeringen plaats,
maar het is niet duidelijk of Robbert Gordon hierbij
betrokken is geweest. Hij zal de meeste tijd in of
rond Schiedam zijn dienst hebben vervuld. Het is
bekend dat soldaten naast hun militaire taken en
verplichtingen ook ruimte vonden om het soldij aan
te vullen met verschillende ambachten.
Burger en perkamentmaker
Tijdens deze rustige laatste oorlogsjaren ontmoet
Robbert Gordon in Schiedam de welgestelde Rotter
damse perkamentmaker Jan Lievensz van Dalen en
diens familie, in het bijzonder dochter Lijsbeth.
Van Dalen is ongeveer gelijktijdig met Gordon naar
Schiedam gekomen om zich hier als perkament
maker te vestigen. Garnizoensofficieren werden
geregeld bij burgers gehuisvest en mogelijk was adel
borst Robbert Gordon bij of in de nabijheid van
- de familie Van Dalen ingekwartierd. Het huis dat
Jan Van Dalen in de Lange Kerkstraat had gekocht
stond heel toepasselijk bekend als de Schotse Poort.
Op 14 december 1647 gaan de 21-jarige Robbert
Gordon en Lijsbeth van Dalen in ondertrouw.
Robbert wordt hierbij geassisteerd door zijn sergeant
Willem Robertson, Lijsbeth van Dalen, als 'jonge
dame van Schiedam', door haar moeder Maertge
Ariens. De huwelijksplechtigheid vindt plaats op 3
januari 1648. Ruim vier maanden later wordt op 15
mei 1648 de Vrede van Münster getekend.
Het regiment waarin Robbert heeft gediend wordt in
1655 wegbezuinigd en opgeheven.2' Robbert Gordon
beschikt dan al vier jaar over het Schiedams burger
recht en is werkzaam in de perkamentmakerij van
zijn schoonvader. Tot in de achttiende eeuw werden
officiële papieren en boeken veelal in perkament
gebonden en werd het onder meer voor oorkonden
en kaarten gebruikt. Schiedam lijkt tot midden
zeventiende eeuw niet over een eigen perkamentma
kerij te hebben beschikt. De stad bemachtigde het
materiaal uit Rotterdam. Een van de daar werkzame
perkamentmakers was Jan van Dalen. In 1642 vroeg
hij toestemming om het ambacht in Schiedam uit te
mogen oefenen. 'Tversouck om alhier ter stede fran-
chijn te maken wert goet gevonden en toegestaen'
door het stadsbestuur op 28 september 1642.3' Van
Dalen vestigde zijn perkamentmakerij in het Broers-
veld, aan de oostzijde van de Vaart, waar Robbert
na zijn demissie werkzaam werd. In 1654 wordt
hij zelf genoemd als de franchijnbereider, de oude
benaming van perkamentmaker. Na het overlijden
van zijn schoonvader, enkele jaren later, wordt hij
eigenaar van het bedrijf. De perkamentmakerij is
SJ
SJ
Het familiewapen van de familie Gordon.
2) Er blijven van de oorspronkelijke tien Schotse regimenten nog
drie over. Deze worden ter bescherming van de zuidgrens van
de Republiek in de Zuidelijke Nederlanden, grofweg het huidige
België, Limburg, Brabant en Zeeuws-Vlaanderen, gestationeerd
in zogenaamde barrièresteden. De overgebleven regimenten
worden vanaf dit moment genoemd naar hun commandant.
Vanaf het midden van de achttiende eeuw staat het Derde
Regiment Schotten bekend als het Gordon regiment, vernoemd
naar Jacob Gordon, een kleinzoon van Robbert. Deze Jacob en
twee van zijn zoons zullen decennialang in de Brigade dienen.
3) Gemeentearchief Schiedam, Toegang 291 Inventaris van het
archief van het stadsbestuur tot 1795, inv. nr. 3 Registers van
resolutiën van burgemeester en vroedschap, fol. 94v.
24
Scyedam jaargang 46 nr. I