Hij vertelt hoe hij 'meer dan eens' een dag op sjouw
moest om van deur tot deur marktonderzoek naar
gedroogde soep te doen. Het was geen spannend
werk: 'Het bureau was niet groot - een man of
vijftig schat ik - maar het werkte bijna uitsluitend
voor één klant, een muurvaste klant nog wel, en
daardoor miste het twee prikkels: concurrentie en
afwisseling. Weliswaar maakt die eenzame klant een
hele reeks producten op het gebied van voeding en
vuilbestrijding, maar daarbij val je toch niet van de
ene verbazing in de andere.'
Helaas is archiefmateriaal van het reclamebureau
niet bewaard gebleven bij het Unileverarchief,
dus er is verder weinig bekend van de Schiedamse
reclametijd.
Omdat Polzer na een jaar als assistant account execu
tive nog niet was uitgegroeid naar account executive
mocht hij het gaan proberen als copywriter. Dat
bleek zo goed bij hem te passen dat hij tot 1962 in
een vestiging van Lintas in Indonesië mocht gaan
werken en dat beviel hem beter. Hij sluit het boek
dan ook af met: 'Ofschoon ik wel degelijk werkte,
zie ik mijn jaren in Indonesië als één lange, boeiende
vakantie.'
Dus, ook al is er in Schiedam veel geschreven, de
literaire oogst is klein. De vraag is of dat erg is.
Misschien zijn we niet meer dan een arbeidersstad
met trotse mopperaars, en passen schrijvers die
schrijven om brood op de plank te krijgen beter bij
Schiedam dan zij die schrijven om te schrijven?
Onderschrift bij boekomslag; Heruitgave (2007) van 'Nieuw!'. Eerste druk: 1978. De foto stamt uit de Indonesische
tijd, ca. 1955-1962. Met dank aan Hanca Leppink en Vic van de Reijt van het Heen- en Weerschap.
Scyedam jaargang 46 nr. 2
61