bekendmaakte dat de plannen rond de Oranjebrug
gereed waren, maakte Willy haar schetsen.'8' Wat
haar bewoog om toen nog tekeningen te maken
en hiervan bovendien kopieën te vervaardigen, is
niet duidelijk. Van een intekenprocedure blijkt
niets uit de gemeentelijke stukken.19' De plannen
hadden ongetwijfeld ook Jansens interesse, omdat
de bereikbaarheid van de cartonnagefabriek ermee
gemoeid was. De door haar geplande parkeerstrook
was mogelijk mede bedoeld voor bezoekers van de
fabriek. Bovendien lag het plein in het gezichtsveld
van het fabriekspand en wilde zij met stadsgroen de
omgeving veraangenamen.
Hoewel haar schetsen niet werden gerealiseerd,
waren dit voor haar als beginnend bouwkundig
ingenieur wellicht ook oefeningen op het steden
bouwkundige vlak, al was het in microformaat
en heeft ze zich hiermee verder nauwelijks bezig
gehouden. Stedenbouw werd in de tijd dat Willy
studeerde, gedoceerd als onderdeel van het vak
Architectuur door architect en stedenbouwkundige
Marinus Jan Granpré Molière (1883-1972).20' Pas
in de jaren zestig werd stedenbouw een zelfstandige
discipline. Dat Willy in de praktijk al snel in aanra
king kwam met stedenbouwkundige vraagstukken
zoals bij de cartonnagefabriek past in het tijdsbeeld
waarin het sterk groeiende wegverkeer vroeg om
stedenbouwkundige oplossingen. Zo was het aantal
personenauto's in Nederland gestegen van 35.000
in 1920 naar 115.000 in 1930.2I' Voor steden met
druk scheepvaartverkeer zoals Schiedam vroegen
toegenomen verkeersstromen ook om aanpassingen
van bruggen, zoals dat bijvoorbeeld tussen 1925 en
1932 in Rotterdam gebeurde.22'
Nieuwe Cartonnagefabriek
Door gebrek aan uitbreidingsmogelijkheden op het
Familieportret circa 1910. V.l.n.r. Wil, Hans, Nol, Ida, Tup, vader Herman, moeder Jacoba, Dick, Pop en Guust. Foto:
Archief H.Th.F. Jansen.
18) 'Rond de Oranjebrug', Nieuwe Schiedamsche Courant 7
maart 1936.
19) GAS, archiefnr. 346 Archief van het stads- respectievelijk
gemeentebestuur van Schiedam (1798) 1816 - 1953 (1973), inv.
nrs. 57-58, 159-160, 174; archiefnr. 61 Archief van de Dienst
Gemeentewerken (1759-1837) 1848-1991 (1999), inv.nr. 510.
Scyedam jaargang 46 nr. 2
20) In 1947 werd de eerste hoogleraar Stedenbouwkunde
aangesteld. A.F. Kamp (red.), De Technische Hogeschool te
Delft 1905-1955, 's-Gravenhage 1955, 'Naamlijsten, grafieken',
pp. X-XV.
21) K. Bosma e.a. (red.), Bouwen in Nederland 600-2000,
Amsterdam/Zwolle 2007, pp. 541-542.
22) R. Dettingmejjer, Open Stad. Planontwikkeling, stede-
bouw, volkshuisvesting en architektuur in Rotterdam tussen de
twee Wereldoorlogen, Rotterdam 1988, pp. 69-73.
65