11 J f
«I 41 if
in de Spieringshoekflat. Het is 1958 en de woning
nood is hoog. Vanwege die woningnood duurt het
ook even voordat Rein Melchers (1925-2016) met Lily
Kniepstra (1929) kan trouwen. Hun verlovingstijd
duurt ruim vijf jaar en Lily werkt dan al enige tijd als
secretaresse bij de distilleerderij. Als ook de kinderen
Pieter (1959) en Rein (1961) erbij komen, wordt de
flat te klein en trekt het gezin in afwachting van een
grotere woning enige tijd in bij de ouders van Rein.
Bij Lily zit de drankhandel ook in de familie. Haar
moeder, Wiesje Kniepstra (1904-2008), is een telg van
de familie Suys die in Den Bosch handelde in wijn en
gedistilleerd. Als jongste van een gezin met veertien
kinderen vertrekt Wiesje in 1927 met Dirk Kniepstra
(1905-1965) naar Nederlands-Indië, waar hij zijn geld
verdient bij de Bataafse Petroleummaatschappij. Daar
wordt moeder Lily Kniepstra in 1929 geboren. Kort
voor de Tweede Wereldoorlog keert de familie Kniep
stra terug naar Nederland en woont dan in Oss.
Na de Tweede Wereldoorlog verhuist het gezin naar
de Swammerdamsingel in Schiedam, waar Dirk een
aanstelling als hoofdinspecteur van politie krijgt.
Rein is het middelste kind van Jo Kleipool (1894-
1963) en Lambert Melchers (1897-1978). Hij groeit
op in een gezin van twee jongens en drie meisjes en
is als tweede zoon eigenlijk niet voorbestemd om de
distilleerderij over te nemen. Zijn broer Jos, gaat echter
medicijnen studeren en wordt oogarts. Zo wordt Rein
opvolger bij de Firma P. Melchers. Hij mag zijn oplei
ding aan het Canisius College in Nijmegen, waar hij
op kostschool zit bij de paters Jezuïeten, niet afmaken,
maar moet terug naar Schiedam om al heel jong de
zaak in te gaan.
Directeur tegen wil en dank
"Mijn vader moest van school en groeide op in de
distilleerderij. Als jongeman heeft hij nog wel een
tijd gewoond en gewerkt in Bordeaux, waar hij een
liefde voor wijnen ontwikkelde. Maar hij moest de
zaak overnemen, eigenlijk tegen wil en dank. Hij
heeft niet zelf een keuze kunnen maken. Opa was
een man die ook heel lang de touwtjes in handen
hield. Mijn vader had altijd ideeën, was in voor novi
teiten en wilde moderniseren, maar hij kreeg niet de
ruimte. Mijn vader vond niets fijner dan lekker op
een wijnboerderij te struinen, een beetje zoals Ilja
Gort doet in Frankrijk. Hij was ook ongelooflijk
handig. Ik zie hem nog met een tasje met gereed
schap weggaan. Altijd was er wel iets om te repa
reren. Hij was een fervent zeiler. Als we een boot
huurden, leverde hij die altijd in een betere situatie
weer in. Jongeheer Rein of gewoon Rein kende
iedereen. Hij sprak met iedereen. Ook in allerlei
vreemde talen, weliswaar met een Schiedams accent
maar toch. Maar mijn vader was geen zakenman, hij
had geen zakelijk talent. Opa wel, die had feeling
voor marketing."
Scyedam jaargang 46 nr. 2
41