welke architect ook'.20' Begin 1950 stelde de VAC een
onderzoek in onder huisvrouwen naar hun ervaringen
en wensen met betrekking tot het gebruik van hun
woning om hiermee rekening te kunnen houden bij de
bouw van nieuwe woningen. Het ging hierbij om de
bewoners van verschillende typen woningbouw in een
tiental na 1940 gebouwde wooncomplexen, waaronder
Kralingen en Oud Mathenesse ('traditionele bouw',
resp. circa 500 en circa 300 woningen), Bergpolder
('montagebouw', circa 50 woningen) en Overschie
('Korrelbeton', circa 100 woningen).2I' Samen met een
medelid van de VAC ondervroeg Jansen de bewoonsters
van Oud Mathenesse, Rotterdams meest westelijke
wijk die grensde aan Schiedam. Jansens aantekeningen
geven een gesprek weer met een bewoonster 'uit de witte
huizen over de gemeenschappelijke tuinen'.22' Deze
aangelegde tuinen bevielen geenszins, omdat kinderen
er vanaf het begin bezit van namen en er zo niets
kon groeien, kinderen van 'allerhande soort mensen'
bij de bewoonster zomaar naar binnenliepen en haar
eigen kinderen niet konden slapen door het lawaai in
de tuinen. De woonstroken, allemaal in één richting
gebouwd, hadden voor de bewoonster 'iets vervelends'
en veroorzaakten tocht.23' Deze strokenbouw die licht,
lucht en ruimte moest brengen kon deze bewoonster
dus niet geheel bekoren.
Dankzij het VAC-lidmaatschap kon Jansen ervaring
opdoen op het gebied van wonen en huisvesting, maar
omgekeerd valt ook op dat zij vanaf het begin blijk gaf
van kennis van zaken en deze inbracht in de commissie.
Haar archiefstukken voorzag ze van in rood potlood
geschreven commentaar. Ze ontving kattebelletjes die
aangeven dat ze al snel als deskundig werd beschouwd,
zoals: ik zou zo graag willen dat jij het [verschenen
boek over huisvesting] eens bekeek, en ons dan je
mening er over zei' en: 'Word gauw beter, kom ons
weer te hulp met je practische kennis!'.24'
De RVS-flat
In 1938 bestonden er plannen om in Rotterdam een
flatgebouw te ontwikkelen voor alleenstaande werkende
vrouwen.25' Kort na de Tweede Wereldoorlog kregen
de plannen vaste vorm dankzij de Stichting Vrouwen
centrum Rotterdam, een samenwerkingsverband van
zeven vrouwenverenigingen, waaronder de WAO,
waarvan Jansen toen bestuurslid was.26' Tegenwoordig
zou er sprake zijn van belangenverstrengeling, maar
binnen de stichting stond van het begin af vast dat
zij de flat zou ontwerpen. Persoonlijk, als ongehuwde
werkende vrouw, moet zij zich des te meer betrokken
hebben gevoeld bij de doelstelling van de flat. Boven
dien was dit een uitgelezen gelegenheid zich als vrou
welijke architect te bewijzen.
De RVS-flat, genoemd naar financierder de n.v.
Rotterdamsche Verzekering Sociëteiten, werd in 1958
gerealiseerd op de hoek van de Heemraadssingel en de
Beukelsdijk. De vrijstaande, door groen omgeven gale
rijflat vormt een rechthoekig blok, bestaande uit een
begane grond met bergingen en garages en tien woon-
verdiepingen met 160 één-, twee- en driekamerwo
ningen. De efficiënt ingedeelde woningen beschikten
over moderne voorzieningen als centrale verwarming,
een heetwatertoestel, koelkast en huistelefoon. Jansen
bracht praktische details voor de werkende bewoon
ster aan, zoals een van twee zijden toegankelijk bood-
20) Geciteerd in: Heijkoop en Bakker 2010 (zie noot 16), p. 53.
Jansen en Kuiper-Struyk staan vanaf 1951 als lid vermeld, de laatste
als vicevoorzitter van 1953-1957. Heijkoop en Bakker 2010 (zie noot
16), p. 89, nt. 22. De auteurs maken geen melding van bronnen.
Uit Jansens archief blijkt dat zij al vanaf 1946 lid was. GAS, archiefnr.
608 Jansen, inv.nr. la.
21) Enquête-verslag VAC, Het oordeel van de huisvrouw over
haar woning, Rotterdam 9 februari 1950, typoscript, p. 1, GAS,
archiefnr. 608 Jansen, inv.nr. la.
22) Verslag 16 maart 1950, handgeschreven vel papier, GAS,
archiefnr. 608 Jansen, inv.nr. la. Waarschijnlijk ging het hier
om in 1948 gebouwde nieuwbouwwoningen aan de Fran
selaan. Zie: Stadsarchief Rotterdam <http://collecties.stadsarchief.
rotterdam.nl/publiek/detail. aspx?xmldescid=l79226&tag=afbe
eldingen;beeld;geluid;algemeen;video;film;bestellen&view=lijs
t&volgnummer=0&positie=5&beschrijvingssoort=157879244&-
doc_beschrijvingssoort=l 57879244&a_z=%255BARGS_
PLACEHOLDER%255D> (geraadpleegd 4 juli 2019).
23) Verslag 1950 (zie noot 22).
Scyedam jaargang 46 nr. 3
24) Het boek betrof het in 1947 verschenen Die Behausungsfrage
van de Oostenrijkse architect Roland Rainer (1910-2004). Typo
script, 5 juli 1949, ondertekend met 'je Jeanne'. Mogelijk was dit
oud-studiegenote en collega Jeanne van Rijswijk; Notulen VAC, 28
januari 1947, typoscript met handgeschreven boodschap, onderte
kening slecht leesbaar (Bep?), GAS, archiefnr. 608 Jansen, inv.nr. la.
25) Heijkoop en Bakker 2010 (zie noot 16), p. 19-29.
26) De stichting bestond uit de volgende vrouwenverenigingen:
WAO, Nederlandse Bond van Vrouwen werkzaam in Bedrijf en
Beroep, Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen, Nederlandse
Vereniging voor Vrouwenbelangen en Gelijk Staatsburgerschap,
Nederlandse Vrouwen Electriciteitsvereniging, Unie van Neder
landse Soroptimistclubs, Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers. Jansen
was aangesloten bij de eerste twee verenigingen.
87