of ik model stond voor het kind, maar mijn moeder
stond in elk geval wel model voor de vrouw. Mijn
vader was gelovig (Nederlands Hervormd) en werd
onder meer geïnspireerd door bijbelscenes en het
thema moeder en kind."
Andere thema's in zijn werk waren landschappen,
dieren, vogels en architectonische onderwerpen.
"Mijn vader maakte ook geometrische kunst," zei
Aart. "Zulk werk werd toentertijd nog niet zoveel
gemaakt in Nederland. Mijn grootste wens is dat een
geometrisch beeld van mijn vader ooit nog eens in
brons uitgevoerd zal worden."
Piet was aan het experimenteren met schilderen,
beelden en litho's. "Hij gebruikte bijvoorbeeld lego
of gordijnstof, die in het papier ingedrukt werden.
Zijn werk liep dicht langs dat van CoBrA, maar hij
vond dat die kunstenaars allemaal hetzelfde deden.
Hij sloot zich daar dan ook niet bij aan maar ging
zijn eigen weg. Hij was kleurenblind. Hij onthield
sommige kleuren aan hun nummer. Zijn kleurge
bruik was daarom toch soms een beetje vreemd.
Vooral rood en groen gaven problemen." Aart wees
naar het schilderij De Waarzegster. "Het schilderij is
in de oorlogsjaren gemaakt en de kwaliteit van het
doek en de verf waren in die tijd ook niet best."
Familiegeschiedenis
"De familie Van Stuivenberg kwam oorspronkelijk
uit de tabaksindustrie rond Rhenen en Renkum,"
vertelde Aart. "Mijn opa, Cornelis Marinus van
Stuivenberg kwam naar Schiedam en begon daar
als molenaarsknecht bij Molen de Noord. Hij over
leed op jonge leeftijd. Het was een arm bestaan.
Als jongste van elf kinderen moest ook Piet na de
lagere school gaan werken. Hij wilde ook graag
op de molen, maar nadat hij viel en zijn pols brak,
mocht dat van zijn moeder niet. In plaats daarvan
ging hij als veertienjarige bij een steenhouwer aan de
slag." Hij werkte onder meer bij Van de Most in de
Lange Nieuwstraat in Schiedam. In 1919 werkte en
leerde Piet korte tijd bij de Pottenbakkerij Hof van
Delfland in Delft, maar dat hield hij niet lang vol.
Aart: "Hij had niets met klei. Hij heeft heel veel
ambachten gehad, die ik me niet allemaal kan herin
neren. Hij werkte in elk geval lange tijd als bran
dersknecht bij de distilleerderij van Dirkzwager. In
de crisisjaren werkte hij op het graf in Schiedam (de
katholieke begraafplaats) waar hij kleine reparaties
aan stenen uitvoerde en stenen schoon schuurde.
In diezelfde periode begon hij ook als zelfstandig
kunstenaar. Dat was geen gemakkelijke tijd." Aart
heeft die niet meegemaakt, want toen hij in 1951
92
Scyedam jaargang 46 nr. 3