militair attaché in Den Haag Ernst Hintzmann,
met enige van zijn adjudanten een bezoek aan Werf
Gusto. Nog vóór de overgave van het Nederlandse
leger op 14 mei 1940 was Hintzmann al benoemd
als Bauleiter. Enige dagen later, op 23 mei, werd het
bezoek nog eens herhaald en tekende N.W. Conijn
als directeur van Werf Gusto een overeenkomst met
de Kriegsmarine. De directie bestond uit de heren
H.J.A.M. Smulders en N.W. Conijn. Smulders was
in 1937, vijf jaar na zijn indiensttreding bij Werf
Gusto, benoemd als opvolger in de directie van zijn
in dat jaar overleden vader Frans Smulders. Conijn,
die in 1911 door zijn huwelijk met een kleindochter
van A.F. Smulders - dochter van Henri Smulders
- bij Werf Gusto terecht kwam, werd al in 1925
benoemd tot directeur. Na het terugtreden in 1918
van de hoofdingenieur van het eerste uur J. Dres-
selhuijs werd de functie enige jaren vervuld door
de heer Vuyck. De laatste zou in 1928 met pensioen
gaan, vandaar dat in 1925 Werf Gusto op zoek ging
naar een gekwalificeerde opvolger.
Hoofdingenieur G.VJ. Gerosa
Bij Werf Gusto kwam op 1 augustus 1925 de heer
G.V.J. Gerosa (20-01-1888 te Parijs) in dienst.
Gerosa was van geboorte Italiaan, maar liet zich
in 1916 naturaliseren tot Duitser. Hij werd aange
nomen als adjunct-chef de bureau van het Technisch
Bureau van Werf Gusto. Na gebleken geschiktheid
zou hij hoofdingenieur Vuyk opvolgen die in 1928
met pensioen zou gaan.
Gerosa solliciteerde naar aanleiding van een
advertentie in de Rotterdamsche Courant van 18
juni 1924. Op dat moment was hij werkzaam als
scheepsbouwkundig ingenieur bij J. en A. van der
Schuyt's Scheepswerf en Machinefabriek te Papen-
drecht. (1919—1924) Gerosa was afgestudeerd in
1909 aan de Koninklijke Technische Hogeschool in
Berlijn als scheepsbouwkundig ingenieur.
Tinbaggermolens
Gerosa hield zich voornamelijk bezig met de verdere
ontwikkeling van drijvende kranen, bokken en de
latere tinbaggermolens 'Kantoeng' en 'Soengai Liat',
de opvolger van de gezonken 'Kantoeng'. Hij onder
hield daarvoor nauw contact met het Ministerie van
Koloniën, de opdrachtgever van de tinbaggermolens.
Voor de tinbaggermolen 'Soengai Liat' is Gerosa
langere tijd (1938) uitgezonden door Werf Gusto
naar Soerabaja. Na het zinken van de 'Kantoeng' op
weg naar Indonesië, werd besloten zijn opvolger ter
plaatse te bouwen.
Scyedam jaargang 46 nr. 3
99