voor de Koninklijke Marine) nu voor de Kriegsma- rine zou uitvoeren. Wat was de achtergrond van deze order en om wat voor schepen ging het precies? Het Ministerie van Defensie sloot met Werf Gusto in 1938 een contract af voor de bouw van 19 motortorpedoboten, die waren ontworpen door de Engelsman Scott-Paine. De eerste boot werd door de British Power Boat Cy. Ltd. in Engeland gebouwd. De volgende boten zouden door de Werf Gusto gebouwd worden, Gusto had hiervoor een licentie van eerstgenoemde maatschappij. De eerste van deze serie van 19 was vermoedelijk op 21 augustus 1939 bij Werf Gusto te water gelaten. De motortorpedo boten zouden ingezet worden op de Noordzee en in de Nederlands-Indische wateren. De Nederlandse marineautoriteiten hadden zeer geslaagde proeven met dit type motortorpedoboot bijgewoond, waarbij o.a. snelheid, manoeuvreerbaarheid, zeewaardig heid en geluidloosheid bij lage snelheden werden beproefd. De motortorpedoboot had een lengte van ongeveer 23 meter, terwijl de waterverplaatsing 32 ton bedroeg. De maximumsnelheid van de motortor pedoboot is nooit officieel bekend gemaakt - volgens onbevestigde berichten lag de topsnelheid rond 42 mijl per uur. De bewapening bestond uit vier torpe dobuizen van 45 cm. kaliber, twee luchtafweermi- trailleurs, die in mechanisch bewogen koepels waren opgesteld, en dieptebommen. De torpedobuizen zijn op verzoek van de Koninklijke Marine gewijzigd in een eigen gepatenteerd ontwerp, dat torpedo's kon afvuren zonder dat een 'luchtbellenspoor' zichtbaar was. De boot werd voortgedreven door drie Rolls Royce Merlinmotoren, welke voor scheepsgebruik waren gewijzigd door de firma Rolls Royce in samenwerking met de British Power Boat Cy. Ltd. Veel aandacht en zorg besteedde men aan de woon verblijven en de ventilatie, om ze ook geschikt te maken voor gebruik in de tropen. Bij het uitbreken van de oorlog waren er tien motortorpedoboten voor de Koninklijke Marine in aanbouw, waarvan twee in ver gevorderd stadium. Het prototype (Hr.Ms. TM51), dat op 10 mei 1940 gebruiksklaar aan de afbouwkade lag, heeft nog meegedaan aan de slag om de Maasbruggen tijdens de meidagen Het beschadigde schip werd, nadat duidelijk was dat het niet meer aan de strijd kon bijdragen, via Hoek van Holland met evacués naar zee gevaren door ir. P.A. van Hecking Colen- brander8. Deze ingenieur was projectleider torpe domotorboten van Werf Gusto. Op zee werden de evacués aan boord gebracht van het HMS Versatile. De TM 51 werd door Luitenant ter Zee le klasse D. van Beusekom (1907-1943) veilig naar Dover in Engeland gevaren. Daar werd het schip na reparatie toegevoegd aan de Engelse marinevloot, als HMS. Gunboat 46. Slechts twee powerboten zijn afgebouwd volgens de specificaties van de Engelse ontwerper en de Koninklijke Marine. De twee al door Werf Gusto in aanbouw zijnde schepen TM 52 en TM 53 werden beschouwd als oorlogsbuit en getest door de Krieg- smarine als 'S 201.nl' en 'S 202.nl'. De bewapening werd meteen al door de Duitsers omgezet in 1 x 37 mm en 2 x 20 mm kanonnen. Als gevolg van de staalconstructie bereikten ze slechts 37 tot 38 knopen in tegenstelling tot het prototype 40 (TM 51). Omdat ze te veel op het water zweefden, was hun zeegedrag niet zoals gewenst. In 1942 werden ze door de Duitsers verkocht aan Bulgarije. De andere boten van dit type werden nooit voltooid. Werf Gusto verkocht er zes aan Roemenië en twee aan Bulgarije De casco's van deze schepen zijn in 1942 vanaf de oude A.F. Smulders-werf in Slikkerveer vervoerd naar Roemenië. Kanonneerboot K 2 Eind 1942 werd de kanonneerboot K2 overge dragen aan de Kriegsmarine. De oplevering had forse vertraging opgelopen, omdat tijdens een bombardement uitgevoerd door de Engelse lucht macht gericht op o.a. Werf Gusto op 16 juli 1941, de K2 werd getroffen door een voltreffer en zonk. Het schip werd gelicht, gerepareerd en afgebouwd. Scyedam jaargang 46 nr. 3 101

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2020 | | pagina 29