De overdracht van het schip vond plaats in oktober
van dat jaar. De K-klasse kanonneerboten werden
besteld door de Koninklijke Marine ter vervan
ging van de verouderde Nederlandse Brinio-klasse
kanonneerboten die eraan voorafgingen. Oorspron
kelijk was het de bedoeling dat er zeven schepen van
die klasse werden gebouwd. Drie schepen werden
meteen in 1939 besteld en op de helling gelegd,
waarvan een bij Werf Gusto. De Duitse bezetting
van Nederland in 1940 beëindigde echter abrupt de
bouw van de al in aanbouw zijnde schepen. Na de
capitulatie vielen de drie onvoltooide oorlogsschepen
in Duitse handen.
Motortorpedoboten voor de Kriegs
marine
De overige motortorpedoboten werden na mei 1940
gebouwd volgens de specificaties en aangepaste
wensen van de Kriegsmarine. De ontwerpen werden
aangeleverd door de Duitse Schnellbootenbouwer
Fr. Lüssen te Bremen. De eerste (S151) liep in 1941
van stapel en werd op 18 december 1941 afgeleverd
aan de Kriegsmarine, de laatste van deze serie, de
S158, liep in 1942 van stapel en werd afgeleverd op 9
september 1942. De schepen (S151-S158), onderdeel
van de 3e Flottielje Schnellbooten werden gestatio
neerd in de Oostzee. Later werden zij door de Krieg
smarine toegevoegd als 7e Flottielje Schnellbooten
aan Duitse eenheden in de Middellandse Zee. De
aanvullende order voor nog eens acht Schnellboote,
(S159-S166) van juli 1941 werd in april 1942 gean
nuleerd. De schepen, die primair waren ontworpen
voor het gebruik in de Oostzee voldeden niet in de
warme omstandigheden van de Middellandse Zee
getuige het verslag van de leider van het 3e Flottielje.
Hij schreef in zijn verslag van juli 1943: "De boten
van de 7. S-Fl. zijn technisch storingsgevoelig, door
de hitte in het lokale klimaat (Middellandse Zee)
en door de gebrekkige scheepswerf- en steunpunt
omstandigheden ter plaatse nemen hun prestaties in
het geheel af. De hitte In de machinekamers trekt
een ongebruikelijk zware wissel op het personeel. De
tactisch lage (32 knopen) snelheid door oververhit
ting van de motoren sluit het gebruik van deze boten
De l< 2, afgebouwd voor de Kriegsmarine werd opgeleverd in oktober 1942. Hier waarschijnlijk vlak voor vertrek
naar Noorse wateren, waar zij werd ingezet als konvooischip. Collectie Nederlands Instituut voor Militaire Historie
102
Scyedam jaargang 46 nr. 3