Elke overledene werd op naam, geslacht en leeftijd ingeschreven in begraafboeken (deze liggen in het Archief
Schiedam). Op basis hiervan is onderstaande tabel opgesteld, verdeeld in perioden van vijf jaar beginnend in
1896.
periode
per
vanaf
1 tot
0 tot
dood
aantal/
jaar
12jr
12 jr
1 jaar
geboren
opmerkingen
1896-00
229
111
31
78
8
1900: 10.450
1901-05
190
95
26
62
7
1906-10
200
104
32
58
6
1910: 11.781
1911-15
173
98
21
45
9
1916-20
216
123
34
49
10
Spaanse griep
1921-25
164
101
19
32
12
1926-30
156
110
16
19
11
1930: 14.240
1931-35
164
125
14
12
13
1936-40
160
125
9
13
13
1941-45
228
178
15
26
9
1945
359
270
24
48
17
hongerwinter
1946-50
160
116
11
16
17
1951-55
167
139
5
8
15
1956-60
162
139
4
7
12
1961-65
191
170
3
7
11
1966-70
191
177
3
4
7
In de tabel is aangegeven dat van drie perioden het
aantal katholieken in het stadsarchief gevonden
is. Hiervan is onderstaande subtabel gemaakt, op
basis van duizend doden. Zichtbaarder wordt de
afname van de 1 tot 12-jarigen en vooral van de 0
tot 1-jarigen, terwijl het aantal doodgeborenen gelijk
is gebleven. Drie perioden is een te smalle basis voor
harde conclusies, maar de kwetsbaarheid van het
jonge leven in een niet ver verleden is duidelijk.
periode
per
van af
1 tot
0 tot
dood
jaar
12jr
12 jr
1 jr
geboren
1896-00
21,9
10,6
3,0
7,5
0,8
1906-10
17,0
8,9
2,7
4,9
0,5
1926-30
10,9
7,7
1,1
1,3
0,8
Wonen temidden van graven
Van 1851 tot 1920 was het woonhuis nooit te klein
voor de Willemsen, ondanks hun grote gezin. Door
de hoge kindersterfte waren er nooit meer dan drie
kinderen tegelijk in huis, ze pasten allemaal altijd
in de bedstee. Dus ook weinig vrolijke kinderstem
metjes op het kerkhof na sluitingstijd. Na 1920 werd
dat anders.
Mijn ouders zijn na hun huwelijk op de begraaf
plaats (kerkhof) gaan wonen. Kijkend op de huidige
plattegrond van Schiedam ligt het midden in de
stad. Hoe anders was dat in 1920. De eerste bebou
wing richting de stad lag op 200 m afstand en naar
andere zijden op ruim 1 kilometer. Op het kerkhof
wonen was aanvankelijk heel eenzaam, zelfs wat
Spartaans. Er was geen waterleiding, geen (straat)
verlichting en in huis een enkele petroleumlamp.
En daar ging ons moeder dan als meisje van 23 jaar
onderaan een dijk wonen op een griezelig kerkhof.
Scyedam jaargang 46 nr. 4
133