Dienstplicht op Midden-Java
Caroline Nieuwendijk
Als Schiedammer Leo Heinsbroek in 1948 dienst moet, weet hij het al. Hij zal naar Neder-
lands-lndië moeten. Dat doet hij met gemengde gevoelens. Hij wil 'wel een beetje avon
tuur', maar bovenal wil hij heelhuids terugkeren in Nederland.
B«tU« Te** 'tT'>'S'e
lijk worden ingedeeld bij de Tijgerbrigade ofwel
de T-brigade, met als standplaats Djokjakarta op
Midden-Java. Mogelijk viel deze verandering samen
met de steeds groter wordende internationale druk
op Nederland om Nederlands-Indië als kolonie
op te geven en het land onafhankelijk te maken.
Oog in oog met Schiedammer
De Zuiderkruis gooit op eerste paasdag, zondag
17 april 1949, haar anker los in Semarang. Met de
Light Troop Carrier wordt de bemanning aan land
gebracht. Leo valt direct de mooie omgeving en de
vele vreemde geuren op. Als hij voor het eerst van
zijn leven een mandihok binnenstapt om zich te
wassen, staat hij oog in oog met de Schiedammer
Leo wordt gekeurd in Hillegersberg en gaat op 3
maart 1948 naar Assen, waar hij met alle andere
militairen een basisopleiding krijgt. Daarna volgt
hij in Harderwijk een opleiding tot onderofficier. Op
11 maart 1949 wordt Leo sergeant. Het hele 426e
Bataljon Infanterie, waar Leo ook toe behoort, gaat
vervolgens naar Zuidlaren om zich voor te bereiden
op haar taak in Nederlands-Indië. Commandant
van het 426e bataljon is luitenant-kolonel A. J. Ch.
van de Hurk.
Op 23 maart 1949 vertrekt Leo met het 426e
bataljon met het troepenschip Zuiderkruis vanaf
de Merwedehaven in Rotterdam naar Sumatra.
De meeste militairen komen uit het noorden.
Leo is dan ook een van de weinigen die uitge
breid uitgezwaaid wordt door zijn hele familie.
Er volgt een lange reis van meer dan drie weken.
Onderweg verandert de eindbestemming van het
schip in Semarang op Java. Het bataljon zal name-
£CEN VA* èEIOÊ
C.A IK t> P,
iSrtWTE N
IN ïAUmfl
138
Scyedam jaargang 46 nr. 4