Gusto in de Ttoeede Wereldoorlog - deel 2
Stichting Erfgoed Werf Gusto
Dirk Allewelt
Werf Gusto was de eerste scheepswerf die werd bezocht door de Duitse bezetter, op 18
mei 1 940. De samenwerkingsovereenkomst die minder dan een week later werd getekend
voorzag in de broodnodige handhaving van de werkgelegenheid en inkomsten in de eer
ste jaren van de oorlog. Wat deed Werf Gusto verder nog tijdens de bezetting? Daarover
gaat dit tweede deel van het verhaal over Gusto in de Tweede Wereldoorlog. Het eerste
deel werd gepubliceerd in Scyedam 3 2020.
De eerste maanden van de bezetting leverden voor
Werf Gusto een aantal grote reparatieopdrachten op.
Tijdens de inval van het Duitse leger in mei 1940
waren er in het hele land flink wat spoorbruggen en
verkeersbruggen zwaar beschadigd. Veel bruggen
waren door de eigen troepen op bevel van het opper
commando opgeblazen om de oprukkende Duitsers
te vertragen. Na de capitulatie kreeg Gusto Staal
bouw de opdracht gegund er een aantal te repareren
in Limburg, waaronder de stalen spoorbrug in het
stadsdeel Moesel in Weert. Deze spoorbrug lag in
de lijn Weert Eindhoven en was zwaar beschadigd.
Ook voor het herstel van de spoorbrug, de verkeers-
brug te Keipen bij Roermond en de verkeersbrug in
Maastricht ging de voorkeur uit naar Werf Gusto.
De vele opdrachten en de door de Duitsers
afgekeurde Powerboten, die in aanbouw waren
voor de Koninklijke Marine, plaatsten Werf
Gusto voor een probleem voor wat betreft de
opslag. In 1941 huurde het bedrijf haar oude
werf te Slikkerveer, die zij in 1917 had verkocht,
weer terug om dit opslagprobleem op te lossen.
Onder de afdeling Gusto Staalbouw viel ook het
latere Gusto Geleen. De terreinen voor dit bedrijf
aan de Kampstraat te Geleen werden in 1941 aange
kocht. Het bedrijf fungeerde als toeleveringsbedrijf
voor de Staatsmijnen. De bouw van mijnschachten
en dergelijke was de expertise en corebusiness van de
vestiging in Geleen. Eind dertiger jaren werd er al
door Werf Gusto een aantal orders aangenomen en
uitgevoerd voor verschillende staatsmijnen in Zuid-
Limburg. In 1940 en 1941 waren er diverse vervolg-
orders voor de Staatsmijn Heerlen en de Staatsmijn
Emma. Reden voor Werf Gusto om dichter bij het
'vuur' te gaan zitten. Volgens de bouwlijsten uit
1940-1945 heeft Werf Gusto 80 orders afgewerkt,
waarvan rond de 20 orders voor de diverse Staats
mijnen in Zuid-Limburg.
Samenwerking na de oorlog
In 1942 richtten de bedrijven Werf Gusto Schiedam,
Verschure Amsterdam, de Klop Sliedrecht, J&K
Smit Sliedrecht en Conrad Stork Hijsch het Mine
raal Technologisch Instituut (MTI U.A.) op. Doel
van de samenbundeling binnen het MTI was om
gezamenlijk research te doen op het gebied van
de baggertechniek, en dan met name de wasserij.
Onderzoek moest plaatsvinden om het rende
ment van tinbaggermolens te verhogen. Het waren
dezelfde zes bedrijven die een jaar later de IHC
(Industriële Handels Combinatie) oprichtten.
In 1943 vonden de eerste besprekingen in het geheim
plaats voor een verregaande vorm van samenwerking
tussen zes scheepswerven: Werf Gusto Schiedam,
Verschure Amsterdam, Conrad Stork Haarlem,
de Klop Sliedrecht, L. Smit Zn en J K Smit,
beide uit Kinderdijk. Het waren allemaal bedrijven
die actief waren op de baggermarkt. Ze wilden zo
proberen na de oorlog de harde toekomstige concur
rentiestrijd met het buitenland het hoofd te bieden
en gezamenlijk opererend als één bedrijf de bagger-
opdrachten binnen te halen. Zij zouden na mei
1945 als zelfstandige scheepswerven onder de naam
IHC opereren vanuit een centraal hoofdkantoor in
's-Gravenhage.
Scyedam jaargang 46 nr. 4