1944 bij de Normandische kust ingezet. Vijf andere schepen (KFK 457 t/m 461) werden ingezet bij de bescherming van de Deense wateren bij de havens van Kopenhagen en Helsingör. Deze laatste vijf zijn na de oorlog toegewezen aan de USSR, de rest bleef in Frankrijk. Werf Gusto verbouwde ook bestaande vissers schepen tot kleine vrachtschepen. Op de Scheve - ningse website Scheveningen-centrum.nl staat daar over te lezen:"De motorloggers KW 50 'Jan', KW 68 'Albatros', SCH 130 'Clara' (ex VL 49 'Marie') en SCH 196 'Elizabeth' gingen medio 1943 naar Werf Gusto in Schiedam voor een verbouwing tot vracht- logger. Op de werf werden de ruimen uitgebroken en voorzien van een luikhoofd. Aan de voormast werd een ladingboom bevestigd en winch geplaatst. Deze winch deed ook dienst als ankerlier. De nieuwe motorwinch/ankerlier was van Groningse makelij. Kennelijk hadden ze bij Gusto niet veel haast, want pas in september was de verbouwing gereed. Op zondag 10 oktober 1943 vertrok de 'SCF1 196' samen met de KW 50 'Jan' richting Noorwegen. Na een paar reizen in Noorse wateren is de 'SCH 196' eind 1944 bij Kirkeness gezonken." Overige civiele opdrachten In de periode 1940-1945 werden bij Werf Gusto geen 'innovaties' in de scheepsbouw doorgevoerd. De bouw van baggermaterialen was ook te verwaar lozen. Er werden in Schiedam volgens de bouwlijsten begin 1940 enige kantelbakken (bouwnr. 788-789, 1940) gemaakt voor Bulgarije. Het meeste werk dat onderhanden was in 1940, werd geconfisqueerd door de Duitsers. Zoals de Pollux en Castor (bouwnr. 767-768, 1940), twee bergingsschepen bestemd voor Egypte, en de kanonneerboot K2 (Bouwnr. 750: K2 1941) die bestemd was voor de Konink lijke Marine. In 1940 werd nog een aantal orders afgewerkt, waarmee begonnen was in 1938 en 1939. Belangrijk is te vermelden, dat het staalconstructies waren voor het hoofdgebouw en de Rivièrahal van de nieuwe diergaarde Blijdorp te Rotterdam. Ook Scyedam jaargang 46 nr. 4

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2020 | | pagina 7