tieploegen van de Duitse Wehrmacht. Voor het
bedrijf betekende dit dat ze geen nieuwbouwpro
jecten meer konden uitvoeren. Vooral de elektrische
installaties moesten het ontgelden, zoals transforma
torhuisjes en omvormers. De eigen elektrische instal
latie was opgeblazen, evenals de telefooncentrale. De
compressorinstallaties voor aandrijving van de pneu
matische hamers, evenals alle lastransformatoren,
werden ontmanteld en afgevoerd naar Duitsland.
De werf kon alleen nog reparatiewerk uitvoeren. Dat
reparatiewerk bestond voornamelijk uit herstel van
beschadigd materieel van de Kriegsmarine.
Het deed een aantal werknemers van de afde
ling 'Teekenkamer' onder leiding van de heer J.J.
Reynart besluiten om een aantal kamers te huren
van een lijstenmaker in het gebouw van de R.K.
Volksbond aan de Lange Haven in Schiedam. Daar
zijn ze in het geheim gaan werken aan de ontwikke
ling van een 200 ton stoombok, het latere bouwnr.
809, voor de Franse zeehaven Le Havre. Frankrijk,
dat in die periode al bijna geheel bevrijd was, was in
de havensteden alweer druk bezig orde op zaken te
stellen. Er was veel vernield. De trotse havenstad Le
Havre was een grote, rokende puinhoop. In de jaren
1920-1940 had Werf Gusto veel objecten gebouwd
voor Le Havre.
een groot tekort aan bouwmaterialen en brand
stof. Toen de werf eindelijk in 1946 langzaam uit
het diepe dal kwam en weer volledig operationeel
was en men begon met de nieuwbouw van drie
Tinbaggermolens2' voor Nederlands-Indië en
een aantal kleine schepen, werden de directie en
een medewerker van Werf Gusto op last van de
Procureur Fiscaal van de Bijzondere Rechtbank
Rotterdam in hechtenis genomen op verdenking
van economische collaboratie. Daarover meer in
het derde en laatste deel van de reeks artikelen
over Werf Gusto in de Tweede Wereldoorlog.^
Dirk Allewelt
Stichting Erfgoed Werf Gusto
Hoe de contacten tussen deze stad en Werf Gusto
in 1944 tot stand kwamen is niet bekend. Wat we
wel weten uit een interview dat de heer Reynart gaf
aan de Nieuwe Schiedamsche Courant in 1946 is
dat er toen geen officiële opdracht voor is gegeven en
de bok dus voor risico van Werf Gusto getekend en
ontwikkeld werd. De bok is nog tijdens de bezetting
clandestien op een van de hellingen gezet van Werf
Gusto Slikkerveer. In de tweede helft van 1945 werd
de ponton tewatergelaten. De kraan werd afgebouwd
en afgeleverd in 1946.
Toen op 5 mei 1945 de vrede een feit was, kon
begonnen worden met het herstelwerk van de werf.
Niet alleen was er veel vernietigd, maar er was ook
2) De drie tinbaggermolens werden door IHC Holland aan Werf
Gusto toegewezen uit een totale order van zes tinbaggermolens
voor de Biliton Mij. Dit was de eerste grote order die IHC Holland
binnenhaalde
Scyedam jaargang 46 nr. 4