Wat hebben de pokken en de cholera ons
geleerd?
Caroline Nieuwendijk
Het vaccineren tegen corona (Covid-19) is
begonnen. Niet alleen in Schiedam, maar
wereldwijd, kijken mensen halsreikend uit
naar een middel waardoor het gewone le
ven weer kan worden hersteld. Bijna elk
Nederlands kind krijgt, vooral in de eerste
twee levensjaren, een aantal vaccinaties.
Heel gewoon dus. Maar hoe lang bestaan
vaccinaties eigenlijk al? Wat deed men
vroeger om besmettelijke ziektes te bestrij
den? En hoe kon je zo'n ziekte helemaal
uitbannen?
Al in de middeleeuwen wist men wat je moest doen
met iemand die ziek was en de pest had: afzonderen,
isoleren. Pestlijders kwamen meestal in een pesthuis
terecht. In Schiedam bestond sinds 1526 een pest
huis. Het afzonderen werd niet altijd even goed of
nauwgezet uitgevoerd, zodat de zwarte dood, zoals
de pest ook wel werd genoemd, heel veel slachtoffers
kende. Maar liefst enkele tientallen miljoenen, een
derde van de Europese bevolking, vond de dood.
Ondanks het feit dat men wist dat afzondering ervoor
zorgde dat anderen niet dezelfde ziekte opliepen,
wist men niet hoe de ziekte werd doorgegeven. Lang
dacht men dat de ziekte werd verspreid door kwalijke
dampen. Dokters deden een soort lange snavel om,
met in het uiteinde van de snavel bepaalde kruiden
om de ziekte te weren.
Het idee van kwalijke dampen werd nog steeds gebe
zigd in de negentiende eeuw. Volgens de deskundigen
van toen produceerde de omgeving smetstoffen (mias
mata) waardoor de mens ziek werd. De omgeving
kon een open riool, stilstaand water, (school)gebouw
of bergen (menselijk) afval zijn. Malaria kreeg je
bijvoorbeeld door de vieze moeraslucht. Deze mias-
matische opvattingen zijn belangrijk bij het denken
over het ontstaan van epidemische ziekten en de
bestrijding ervan. Ook Schiedam ging hierin mee.
In de tweede helft van de negentiende eeuw ging het
12 Scyedam jaargang 47 nr. 1