Naast al deze (heijontdekkingen, zijn er ook een aantal nieuwe vragen naar boven gekomen. Welk pand droeg bijvoorbeeld de naam Sollenburch, waarvan de naamsteen op het terrein van Hoofd straat 1 is gevonden en in 1946 aan het museum is geschonken? Welke informatie is er nog te achter halen over de steen met daarop een gekroonde hellebaard en het jaartal 1650, gevonden aan de Tuinlaan? En wie weet het raadsel op te lossen van de steen zonder vindplaats, maar met de tekst "Op datum hier binnen ten gronde afgebrand, stond na zes weeke reeds herbouwd in betere stand, den eyge- naar ervan zoo brander als huisstigter, geeft men in dit tafereel de naam van bezigter. Anno 1817 den 20 October"? zijn ook gevelstenen uit onder andere de Laan en het Willemshofje bewaard gebleven. Speurwerk van de werkgroep historische bebouwing van de Historische Vereniging Schiedam leverde in één klap informatie op over een hele reeks herden kingsstenen die allen afkomstig bleken te zijn uit het voormalig Rooms-Katholiek Weeshuis en latere Schipperskinderen Internaat Imelda aan de Hoog straat 44. Dit pand, dat iets naar achteren stond, is in 1984 afgebroken en maakte plaats voor de later gebouwde Nieuwe Passage. In de Scyedam van 1 maart 1984 staan alle gevelstenen uit het pand omschreven, waardoor ze stuk voor stuk herkend konden worden. Wie mee wil speuren, is van harte welkom. Samen weten we meer. De samenwerking en communicatie verlopen vanwege de corona-situatie via de e-mail, maar correspondentie via post is ook mogelijk. Conservator stadsgeschiedenis Merel van der Vaart is bereikbaar op merel@stedelijkmuseumschiedam. nl of via het postadres van het museum. Vanwege de verbouwing van het gasthuis is dat momenteel Hoogstraat 114. ••v |i»v Fragment van de Kethelpoort, Franciscus Caroius van Douwe, 1726. Objectnummer X-11 (Foto: Stede lijk Museum Schiedam). Scyedam jaargang 47 nr. 2 87

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Scyedam | 2021 | | pagina 47