s
99
-
Het schilderij is gemaakt door Marius Richters, een
van de meest vooraanstaande Rotterdamse kunste
naars in de twintigste eeuw. Hij was schilder, teke
naar, graficus en glazenier. Hij was de man van de
glas-in-loodramen in de Grote- of Sint Janskerk, die
in oktober 1952 gereed kwamen. In de tijd dat Van der
Hoeven orgelles kreeg, heeft hij Richters aan het werk
gezien alsook De Leeuw orgel zien en horen spelen.
Het schilderij moet dus uit het begin van de jaren
vijftig stammen. Toen er begin van deze eeuw een
tentoonstelling was van Richters’ werk in de Hillegon-
dakerk, waar hij, zoals gezegd, organist was, hing daar
ook dit schilderij. De eigenaar was een rijke Rotter
damse familie, die kunst verzamelde, waaronder werk
van Richters. Van der Hoeven wist te vertellen wie
en wat er op het schilderij te zien was, want dat was
niet bekend. Het stond ook niet op de achterzijde. Na
beëindiging van de tentoonstelling gaf de familie hem
het schilderij, omdat zij vonden dat hij er meer aan
had dan de familie.
Aad van der Hoeven
Aad van der Hoeven (1941) heeft een indrukwekkende
loopbaan in de wereld van de muziek achter de rug.
De dag na de aanbieding, op 1 mei dus, sloot hij die
af. Na veertig jaar nam hij afscheid als organist van
de Hillegondakerk in Rotterdam-Hillegersberg. Hij is
geboren en getogen in Schiedam. Hij was eerst woon
achtig in Schiedam-West om daarna te verhuizen naar
de Lorentzlaan 58. Hij groeide op in een hervormd
kerkelijk gezin, dat kerkte in de Grote Kerk. Zijn vader
was scheepstimmerman bij Wilton-Fijenoord en was
orgelliefhebber. Die liefde droeg hij over op zijn zoon.
Deze kreeg al vanaf zijn zesde jaar orgelles. Vanaf
zijn elfde jaar was dat bij de organist van de Grote- of
Sint Janskerk, Jacq. P. Bekkers, die van 1938 tot zijn
overlijden in 1980 als zodanig aan die kerk verbon
den was. Voor f 10,- per maand kreeg Aad elke week
orgelles van Bekkers. In de tijd dat de lonen nog laag
waren, kon zijn vader niet meer lessen betalen. Bek
kers zag echter wat in zijn leerling en gaf hem twee
lessen per week. Tot zijn achttiende jaar heeft hij les
gehad. Inmiddels ging hij Bekkers assisteren. Na zijn
debuut gemaakt te hebben op het orgel van de oud-
katholieke kerk op de Dam, werd hij op zijn zestiende
jaar al organist van de Nederlandse Protestanten
Bond (Westvest 90), terwijl hij indien nodig Bekkers
verving bij rouw- en trouwdiensten in de Grote- of
Sint Janskerk en als deze op zondag verhinderd was.
Op zijn achttiende jaar werd hij vervolgens cantor
organist van de Prinsekerk in Rotterdam-Blijdorp om
in 1967 zijn opleiding af te ronden aan het Rotterdams
Conservatorium (orgel, koordirectie en kerkmuziek).
In datzelfde jaar werd hij gevraagd om dirigent te
worden van het Toonkunstkoor. Dat was heropge
richt op initiatief van de toen nieuwe burgemeester
H. Roelfsema, die, zelf muzikaal zijnde, meegezongen
had in het Toonkunstkoor in Groningen (waar hij
vandaan kwam) en vond dat in Schiedam ook weer
zo’n koor moest komen. Van der Hoeven is tot 1977
dirigent gebleven en maakte dit koor, zoals unaniem
in de pers werd geconstateerd, tot één van de meest
representatieve koren van de stad. Al lang niet meer
in Schiedam wonend, heeft hij altijd een band gehou
den met deze stad en was het voor hem voor de hand
liggend om het schilderij aan de Grote- of Sint Jans
kerk te schenken. Hoe kwam hij aan het schilderij?
Marius Richters
De schilder en glazenier Marius Johannes Richters
(1878-1955) is onder meer bekend door de wandschil
deringen die hij maakte voor het Rotterdamse stad
huis. Van zijn omvangrijke werk is vooral het panora
ma dat hij in april 1940 tekende bekend. Velen kochten
een reproductie, die meer dan eens een plaats aan de
wand kreeg. Voor ons schilderij is van belang dat hij,
opgegroeid in een gereformeerd gezin na een peri
ode dat het geloof hem weinig zei, een hernieuwde
belangstelling voor het geloof kreeg. Dat was onder
invloed van de hervormde predikant H.T. Oberman
van de Zuiderkerk aan de Glashaven in Rotterdam
Centrum. In de jaren twintig werd hij nadrukkelijk
een christelijk geïnspireerde kunstenaar. In 1928 deed
hij belijdenis in de Nederlandse Hervormde Kerk.
Hij ging ook steeds meer bijbels geïnspireerde kunst
maken alsook gebrandschilderde ramen in kerken.
Van het vooroorlogse werk valt te noemen de kerk in
Naaldwijk (1922), de Hillegondakerk (1923) en het me
gaproject in de Zuiderkerk, dat begon in 1925 en zijn
afronding vond in 1939. Dit levenswerk werd met de
Zuiderkerk op 14 mei 1940 door het bombardement
3
tl
co
T
O
z
a.
CM
(M
44=