I
81
ergens tussen 1638 en 1653”. Tussen het
kappen van de boom en het beschilde
ren van de panelen moet nog ca. twee
tot acht jaar worden gerekend voor het
drogen van het hout en het transport12.
Huis te Riviere kan dus op zijn vroegst
geschilderd zijn in 1640, en op zijn laatst
waarschijnlijk rond 1660. Wellicht is het
schilderij gemaakt in opdracht van Jan
(of: Johan) van Mathenesse (ca. 1595-
1653). Als lid van de delegatie die namens
de Staten-Generaal onderhandelde met
Spanje over de Vrede van Münster in
1648, was hij een prominente figuur bin
nen de familie Van Mathenesse13.
Het zogeheten ‘kasteelportret’, een
portret van een kasteel als hoofdmotief
van een voorstelling, ontwikkelde zich
aan het einde de zestiende eeuw tot
een nieuw, zelfstandig genre binnen de
kunst14. In de eerste helft van de zeven
tiende eeuw groeide de behoefte aan
het vastleggen van kastelen, landhuizen,
buitenplaatsen en boerenwoningen. Dit
moet waarschijnlijk in verband worden
gebracht met de economische
z
uitgevoerd door Marta Dominguez Delmas in februari
2021. Bij dendrochronologisch onderzoek wordt gekeken
naar het patroon van de breedte van de jaarringen in het
hout, dat - onder meer door klimaat - per streek, periode
en houtsoort uniek is. Door het individuele jaarringen
patroon te vergelijken met jaarringchronologieën van
duizenden andere bomen (een soort absoluut gedateerde
reeksen die dienen als referentiekalenders), kan de den-
drochronoloog vaak iets zeggen over de geografische
herkomst en over de datering van het beschilderde paneel.
Dominguez Delmas concludeerde dat het groeiringpatroon
van de panelen het beste overeenkomt met de Baltische
jaarringkalender: het eikenhout dat in Nederland werd
gebruikt, was meestal afkomstig uit de Baltische streek
(met name Polen). Vastgesteld werd dat de boom van het
bovenste paneel gekapt kan zijn na 1633.
Van het onderste paneel kon de datering iets nauwkeu
riger worden afgebakend, omdat daar twee jaarringen
van spinthout werden aangetroffen. Bij de aanwezigheid
van spinthout, het nieuwere hout tussen het kernhout en
de bast van de boom, is duidelijk dat slechts een beperkt
aantal ringen - en dus jaren - ontbreken. Bij eikenhout kan
er een goede schatting worden gemaakt van het aantal
ontbrekende spinthoutringen, en kan zowel de vroegst
mogelijke veldatum als de laatst mogelijke veldatum wor
den vastgesteld. De kapdatum van ‘onze’ eikenboom ligt
i
I!
oo
0
0
co
i
J
KVCIV.'tkM ?»KWiua-l
jixi; pivtÏMCfiuvM
vtrttJJ RVINAS