Ook (ion de Middenstand wordt gedocht
Nieuwbouw in Schiedam-Oost
Bij het ontwerpen van uitbreidings
plannen voor een stad moet niet
alleen rekening worden gehou
den met de noodzakelijkheid, dat in de
onderscheidene nieuwe woonwijken
woningen van verschillend type en van
variërende grootte worden gebouwd,
woningen voor de diverse bevolkings
groepen, die men in zovele differentia
ties kent, woningen bovendien voor
grote en kleine gezinnen; er moeten
ook plaatsen worden gereserveerd voor
openbare gebouwen, als scholen en
kerken en er moet aan worden ge
dacht, dat er hier en daar kleine winkel
centra komen, waar winkels moeten
worden ingericht, die kunnen voorzien
in de dagelijkse behoeften van de
buurtbewoners. Een mooi voorbeeld
van een buurt-winkelccntrum in Schie
dam is het Rubensplein. De bijna
„Amerikaanse" uitbreiding van Schie
dam in westelijke richting de uit
drukking is van een der vroegere
burgemeesters, wijlen de heer H.
Stulcmeijer moge niet in alle onder
delen geslaagd zijn, omdat er in de
jaren 19201930 voor Schiedam-West
geen afgerond uitbreidingsplan be
stond, vast staat, dat dank zij het initia
tief van enkele bouwers, zoals Jonkers
en Wols, die het leeuwenaandeel van
de bouw van Schiedam-West voor hun
rekening namen, deze stadswijk een
geslaagd winkelcentrum kreeg op het
Rubensplein, terwijl verder in West
verspreid ook nog winkels werden
gemaakt.
Wat nu het vaststellen van buurt
winkelcentra betreft, speelt het be
hoefte-element de belangrijkste rol.
En juist dit behoefte-element is het
moeilijkst te berekenen.
De klant is tegenwoordig weer
koning en de winkeliers zijn maar al
te gaarne bereid, hun clientèle naar
wens te bedienen. De grootwinkelbe
drijven doen daar ook al ijverig aan
mee. De bakker, de slager, de groente
boer, de melkboer, de kruidenier, zij
komen allen graag aan huis bestellingen
opnemen en bezorgen, en ook de
grootwinkelbedrijven willen met ge
noegen de boodschappen thuis bezor
gen. Veelal wordt er niets of bijna niets
extra gerekend voor die bezorging aan
huis. Het wordt als „service" be
schouwd, een dienst, die de winkelier
geld kost, maar welke kosten hij ervoor
over heeft om zijn klanten te behouden
en daardoor te komen aan een redelijke
omzet.
De grote vraag is dan ook, in hoe
verre er in nieuwe woonwijken be
hoefte bestaat aan buurtwinkelcentra.
Want zullen de bewoners van de nieu
we wijken zich de boodschappen aan
huis laten bezorgen door hun ver
trouwde en bekende leveranciers, zul
len zij, om een „uitje" te hebben, zelf
hun boodschappen gaan doen „in de
stad" en alleen bij slecht weer even „in
de buurt" de meest noodzakelijke dage
lijkse levensbehoeften gaan kopen,
dan wel zullen zij klanten worden van
de buurtwinkels
Het is moeilijk te bepalen, en een
studie van dit vraagstuk geeft in de
steden zulke verschillende uitkomsten,
dat men daar weinig of geen houvast
aan heeft. Grote voorzichtigheid is
daarom geboden. De critiek is ook
in dit opzicht meedogenloos. Want
worden teveel winkels ontworpen, dan
hoort men, dat voor die winkels beter
woningen gebouwd hadden kunnen
worden en zijn er te weinig winkels,
dan staat men dadelijk klaar met te
zeggen, „dat er in de buurt maar dan
ook niets is te krijgen".
Toch heeft het Gemeentebestuur
van Schiedam gemeend, dit netelige
vraagstuk voor Schiedam-Oost tot
een oplossing te moeten brengen, nu
daar sedert de bevrijding verscheidene
blokken nieuwe panden zijn gebouwd
54
O