77 was verkregen. Eerst toen is een be slissing genomen omtrent de inrich ting van het gebouw: bioscoop of geen bioscoop, café of cafc-rcstaurant, vergaderruimte, zaalgrootte, tonccl- outillage, enz., enz. Hierbij is te werk gegaan, zoals van goede zakenmensen mag worden verwacht. Aan te nemen is dus, dat het beheer zo zakelijk en ook zo economisch mogelijk zal worden gevoerd. Dit be tekent natuurlijk niet dat vóór alles getracht zal worden om winst te be halen, noch dat een cv. batig saldo aan anderen of andere doeleinden ten goede komt dan uitsluitend aan het Schiedamse Culturele leven. Dat houdt b.v. in, dat bij het vast stellen van de zaalhuur niet wordt uitgegaan van de vraag: welke maxi mum-prijs zouden wij kunnen vragen in verband met de hier ter stede geldende prijzen, maar van de vraag, welke minimum-prijs laten de exploi tatiekosten toe. Dat dit niet alleen principieel een groot verschil uit maakt, maar ook practisch, moge blijken uit het feit, dat de zaalprijs van het Passage-Theater per avond kort na de bevrijding nog f 1250, bedroeg, welke geleidelijk tot f 450, afzakte en kort geleden onder pressie nog werd teruggebracht tot f350, terwijl ons bestuur een bedrag van pl.m. f 200,door het hoofd speelt. Er is dus een zeer principieel ver schil tussen de wijze van exploitatie van een normaal bioscoop-theater en van ons Cultureel Centrum en dit is het ook, wat in Den Haag de door slag gaf, toen het om een bescheiden toewijzing van materialen ging overigens uit een zeer kleine pot nodig voor de bouw van dit Centrum en waarvoor ook de Gemeente Schie dam haar noodzakelijke medewerking kan verlenen. De raad zal dus straks te beslissen hebben of deze uiterst moeizaam ver kregen toewijzing voor Schiedam be houden blijft en of het Culturele leven hier ter stede er dus van zal profiteren. Dat dit geen eenvoudige beslissing is: wij beseffen het ten volle, daar dit niet het enige motief is, dat hierbij gewicht in de schaal legt. Zoals aan elke opzet, zo zijn ook aan dit wij komen er rond voor uit risico's ver bonden, waarvan de Gemeente zich zal moeten afvragen of zij deze kan en wil aanvaarden. In het feit, dat ons Gemecnschaps- bcstuur er reeds bij de zeer intensieve voorbereiding der plannen blijk gaf van zijn taak zeer ernstig op te vatten, ligt toch wel een waarborg, dat het, wanneer het straks om het beheer van ons Centrum zal gaan, niet minder serieus te werk zal gaan. Deze waarborg in combinatie met de grote culturele belangen, die voor onze stad hiermee op het spel staan, lijken ons toch wel van voldoende gewicht, dat zulk een risico zelfs met een zekere graagte kan worden ge nomen. De inrichting van bet complex Thans nog een korte «toelichting bij de tekening op pag. 76, de platte grond van het gebouwencomplex, zoals dit na vele wijzigingen, aanvul lingen en coupures tenslotte is aan vaard. Daarbij concentreert zich alles om de grote, eenvoudig, maar gezellig ingerichte toneel/bioscoopzaal, die taps toeloopt en zonder balcon dus met de beste acoustische verwachtin gen ruim 700 gemakkelijke zit- 1 plaatsen bevat. Daaraan is een toneel geprojecteerd, inclusief zijtoneel en kleedkamers, zoals Schiedam er geen kent en dat practisch alle mogelij kheden biedt, die in de moderne tijd worden gevraagd. Alleen op opera's in grote stijl, waarvoor de orkestbak te gering van afmetingen is, is de toncelaccom- modatie niet berekend. Uit practischc overwegingen wordt het verder nog mogelijk gemaakt de zaal door het dichtschuiven van een gordijn te ver kleinen tot 400 zitplaatsen. De plaatsen zijn bereikbaar via een 2-tal zijgangen, waarop ook de nood uitgangen uitkomen en de midden gang. Deze gangen verbinden de zaal Zo %al de aanblik van de aal %i/n wan neer men op het toneel staat. De zaal loopt taps toe en helt enigszins, wat natuurlijk aan bet „uitlicht" in het algemeen ten goede komt. Via de nissen, links en rechts, waarop de zijgangen aansluiten, komt men de %aal binnen en verlaat men haar ook De^e foto toont nog dui delijker hoefeer het gebouw in het groen %al schuil gaan

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1949 | | pagina 13