In en om de ^gemeenschap 83 Kroniek van Schiedams leven 't Wordt alweer wat leger in de straten van onze stad. Veel mensen rondom ons riepen we reeds een blij moedig „da»tg" toe, terwijl het hart klein werd van jalouzic, omdat ons zelf het geluk van de vrije dagen nog niet was beschoren. Zolang voor ons dit dorado nog niet is weggelegd, troosten wc ons maar aan de Maas kant, waar wc de vanen naar zee gaande schepen voorbij zien varen op de gladde spiegel van de Maas, die toch in het voorjaar ook nog zo onstuimig als een jong kind kan zijn. In het Volkspark wanen wc ons in het vrien delijke dorpje in de Achterhoek, waar wc in de oorlogszomers onze vacantic plachten door te brengen. Zulke lan delijke laantjes met al die kerktorentjes en de tuintjes van nijvere medemensen, die van elke Zondag een feestdag „buiten" maken zonder zich eerst kilometers ver te verplaatsen. Langs de kant groeit de distel, en de vlier heeft net zijn uitbundige bloemcn- vreugde wat getemperd, of er bloeit alweer wat anders tussen het struik gewas, waarin zovele vogels hun lied laten klinken. We houden eigenlijk meer van het Volkspark dan van het veel en binnen en buiten Schiedam terecht bejubelde Julianapark, maar (Vervolg van pag. 82) rust van de natuur kan vermeien en de boer zijn bedrijf toch kan blijven uitoefenen. Bewust zal ook hier echter de stedebouwkundige het beeld van het vlakke land verbreken door het aanleggen van groenstroken. Wanneer de Schiedammer van de toekomst, die wellicht wij zelf nog kunnen zijn, het nieuwe Schiedam eens doorwandelt, zal hij zeker niet meer naar het Westen, het Julianapark of de Plantage behoeven te gaan. Hij trekt dan Nieuwland in, langs de groene singels, voorbij de sportvelden naar het Stadspark of nog verder naar de parkweiden, waar voorbij de land man zijn akker nog zal bewerken. Het is nog toekomstmuziek, wij staan aan het begin van de uitvoering van groot se plannen maar wij kunnen de voltooiing nog beleven wanneer met vereende kracht naar de verwezen lijking gestreefd wordt. buurman zegt, dat we dat verkeerd zien. Het is geen „echt" park. Mis schien is het er daarom biina altijd zo weldadig stil in de laantjes, terwijl ieder bankje in het echte park en in de ocr-dcgclij ke Plantage door lopend volgeboekt is. Dat we tegenwoordig geen plaatsje meer kunnen krijgen op die gezellige bankjes in de Plantage, komt natuur lijk louter en alleen omdat we bij onze kruidenier niet hebben getekend op de protcstlijst van het comité van actie, die onze groenteboer ons ook al onder de neus had geduwd, evenals de slager, de melkboer en de man vandebroodjes- mct-pekelvlees-winkel. Wc hebben overal „nee" durven zeggen, behalve bij onze kapper, die deed er niet aan mee, vertelde hij zelf, want ten slotte moet zo'n man het van iedermans baard en haardos hebben en wat in teresseert het hem eigenlijk of er al of niet een schouwburg komt. Maar die bankjes blijven bezet, hoe we het ook plooien. Stoer en zelfbewust zit de schare oudjes en weet niet van wijken zelfs niet voor een schouw burg. Welk een bron van inspiratie heeft zo'n comité daar toch eigenlijk zomaar voor de deur zitten, hebben we gedacht, toen wc de kale vlakte van het plein weer overstaken. Het gebeurt ons wel eens, dat we op bezoek zijn in een andere stad en natuurlijk zien we dan veel, wat wc in eigen omgeving missen, 'n Mense lijke eigenschap, zult ge zeggen. In derdaad, maar even menselijk is het, dat wc moeten pogen het goede, dat wc elders ontdekten, ook hier te laten ontplooien. Neem nu eens al die vreemdelingen en de mensen „van „bütcn", die wc door onze nabuur steden zien wandelen, al of niet onder deskundige leiding van een man, die weet waar de vreemdeling belang in stelt. Het is nog maar kort geleden ge beurd, dat een groep Rotterdamse jongeren hier op bezoek kwam zoiets gebeurt ook nog wel eens en dat ze wel eens wat meer van de stad wilden zien dan alleen Broersvcst en Koemarkt. Wij weten dat er toen na lang zoeken iemand gevonden werd die „het wel even zou opknappen". Het is gegaan en misschien wel goed ook, maar het voorval deed toch weer even scherp het licht schijnen op iets, waarin we nodig eens goed moeten voorzien. V.V.V. zouden wc willen zeggen. U ook? „Een-twee, een-twee.klonk het op een Donderdagavond in Juni in het Passage-Theater, waar bijna dui zend oma's en opa's, vaders en moe ders, neven en nichten en broertjes en zusjes waren verzameld. We heb ben, alhoewel onze kinderen er niet bij waren, toch vol aandacht zitten kijken naar dat opgaan van het doek, waarachter een hele schare kinderen van de openbare school schuil ging. „Uit de banken op de planken" lazen we en „floep" daar zaten we zo met onze hele familie een halve eeuw terug in de banken, toen een „frik" nog werkelijk een frik was en met zo'n stukje vlotte pianomuziek als een leraar nu weggaf, zich volkomen zou hebben uitgerangeerd. Leve de school, hebben we willen roepen, maar het bestierf ons op de lippen, want het staat niet om op een leeftijd als de onze enthousiast te doen in de loge van een mooi theater. Op het toneel stoorden ze zich gelukkig minder aan de gangbare regel, die zo'n jeugdige gymnastiekuitvoering tot een afgepast op- en afmarcheren kan maken. Het was een groots jeugdfestijn, zoals we er nog zovele zouden willen zien en horen natuurlijk ook, want zo'n echt schoolorkest als dat van de Mathenesse-school hadden wij toch maar nooit.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1949 | | pagina 19