Bij de, titelpiaai ONZE oude Hollandse steden in de middeleeuwenWie zou er niet eens hebben willen rondkijken in die stedekens met hun drukke be drijvigheid en veelkleurige verschei denheid. In Gouda en Delft, waar honderden brouwers week in weck uit schepen naar Vlaanderen en Brabant stuurden; in Leiden, waar de textiel nijverheid een ongekende bloei be leefde; in Dordt, dat door de stapel- functie wel in het bijzonder macht en rijkdom kende; in Rotterdam, lang zaam opkomende handelsplaats; in den Briel en Schiedam, waar haringvisserij en -handel veel leven en vertier brach ten. Maar in élke stad was er enige draperie, en het is juist aan de laken nijverheid, dat de Raam in Schiedam haar naam ontleent. Reeds in 1310 komt het Raamvcld waar de lakens, uit de vollcrskuip gekomen, op ramen te drogen werden gehangen in een archiefstuk voor, en wanneer wij de keuren op de middeleeuwse lakennij verheid van onze stad doorbladeren, is herhaalde malen sprake van de „drape- niers, die horen lakencn an den Racm breingen". Schiedam's lakennijverheid heeft zich echter niet kunnen handha ven en voordat in de opstand tegen Spanje de noordelijke Nederlanden zich verenigden in de Republiek, was zij geheel verdwenen. Is het niet merk waardig, dat, toen op bet einde van de zestiende eeuw de tijkwevers uit Turn hout zich hier vestigden, het stadsbe stuur terreinen aan de Raam verkocht aan de Zuidnedcrlandse immigranten, opdat zij daar in de „tijekwerekers- huyskcns" hun beroep konden uit oefenen? Maar ook het feit dat tijk werd geweven, waar vroeger de laken nijverheid bloeide, mocht niet baten. Slechts een kortstondige bloei volgde, en toen de klokken luidden voor de vrede van Munster, werd aan de Raam ook van dit bedrijf niets meer verno men. Maar ziet, Schiedam gaat langzamer hand de brandersstad worden, en zoals de „Koornwijnbrandcrijen" hun stem pel hebben gedrukt op de havens en vesten, zo deden zij dit ook op de Raam. Zakkendragers droegen er het Een stukje oud Schiedam, dat NIET verdwijnt! graan naar de zolders; het product, dat onze stad beroemd maakte, werd er voor de export gereedgemaakt; spoe lingschuiten voeren met hun lading onder de karakteristieke bruggetjes door. Dit is het aantrekkelijke beeld van de Raam in vroeger dagen. En nóg had zij tot voor kort met haar oude geveltjes, het zwarte water, iets van de karakteristieke schoonheid, die het oude Schiedam zelfs in vervallen staat nog biedt. Maar nu wordt het zwarte water vervangen door het grijs-gele zand wat op zich zelf geen verlies is en straks zal de Raamgracht tot het ver leden behoren, en de huizen aan weers zijden aan de Raam wachten af wat de verdere noodzakelijke ontwikkeling van onze stad hun en vele metgezellen binnen de vesten brengen zal.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1949 | | pagina 13