ons land, en wanneer men dan daar de kasten vol litteratuur over de betrok ken stad ziet, en weet dat er honderden, ja duizenden foto's enz. worden be waard, dan komt over mij wel eens een teleurgesteld gevoel en het besef, dat, hoe dan ook, hierin verandering moet worden gebracht. Vooral nu onze stad zich zo sterk uitbreidt en zo veel van het oude Schiedam reeds verdwenen is of staat te verdwijnen, heb ik gemeend plannen te moeten beramen om hierin verande ring te brengen. Daarvoor heb ik ech ter de medewerking van de Schiedamsc bevolking en van oud-Schiedammers, die hun geboorte- of vroegere woon plaats nog niet vergeten zijn, nodig. Ik zou het nl. zeer op prijs stellen, dat, wanneer iemand oude prenten, gra vures, schilderijen, foto's, prentbrief kaarten, films, enz. van Schiedam be zat, hij of zij dit al is het nog zo weinig mij opgaf of wat hij of zij heeft mij even ter inzage gaf. Het zelfde geldt ook voor jaarverslagen, mede- dclingcnblaadjcs, brochures, program ma's van feesten en uitvoeringen van alle mogelijke verenigingen in onze stad. Alles kan dan door mij op een kaartsysteem worden geregistreerd. Al zijn schenkingen aan het archief uit de aard der zaak mij zeer welkom, toch wil ik met de meeste nadruk ver klaren, dat het niet mijn bedoeling is om andere verzamelende instanties dwars te zitten of particuliere verzamelaars te overreden hun collecties af te staan. Maar wel lijkt het mij van buitenge woon groot belang, dat op een cen traal punt waarvoor zich de volledig functionncrcndc archiefdienst het beste leent geregistreerd is, wat men in Schiedam en elders aan het bovenom schreven materiaal bezit. Wanneer dan b.v. iemand op het archief komt en naar een oude foto of afbeelding van de Broersvcld, voor die gedempt was, vraagt, en het archief kan niet onmid dellijk het gevraagde voorleggen, is het wellicht door middel van het geregis treerde mogelijk de vrager onmiddel lijk te verwijzen naar een andere in stelling het Museum b.v. of een particulier, die bedoelde afbeelding wel bezit. Via deze registratie hoop ik zodoen de te komen tot een betere documen tatie van wat er gedrukt is over of op enige wijze afgebeeld is van onze stad. De medewerking van u allen moge ik langs deze weg daarvoor inroepen. De archivaris van Schiedam, A. VAN DER POEST CLEMENT. Schiedam, 27 Augustus 1949. ópul van ^f-oncker^-ranóóen 0cr1ocU IN het boekje „De drie Maas steden" van M. C. Sigal komt een afbeelding voor van het Blazoen van de Schiedamsc Rede rijkerskamer „De too roosen", welk blazoen thans berust in het stadhuis van Vlaardingcn. Deze Rederijkers kamer is in 1630 opgeheven. Onze Gemeente-archivaris, de heer A. v. d. Poest Clement, heeft een handschrift in handen gekregen van een tot nu toe onbekend rederijkers spel, dat door bovengenoemde rede rijkerskamer is opgevoerd en dat een interessant Schiedams gegeven be handelt. Dr. J. J. Mak uit Leiden, die dit spel nader bestudeerd heeft, noemt het tevens „het oudste nationaal- historische drama van onze letter kunde". De titel van het spel luidt: „Het Spul van Jonckcr Fransscn Oorloch". Deze „commedie" herdenkt „die groote genade die Godt almachtich bewesen heeft aan die stad van Schie dam op Valentinis-avent anno 1489". Wat is er op die Valcntinis-avond gebeurd? Jonker Frans bereidde een aanslag voor op Schiedam vanuit Rotterdam. Hij had een listig af spraakje gemaakt met Wittenhorst, die met zijn troepen vroeg aan een passerend vrouwtje hoe laat het was. 't Is zevenen, zei de vrouw, maar de soldaat verstond: negenen. Ter stond blies hij alarm en de soldaten van Wittenhorst sprongen te voorschijn om hun slag te gaan slaan. Omdat het echter twee uur te vroeg was en de burgerij nog niet ter ruste was gegaan, kwamen de burgers onder leiding van de Baljuw spoedig in het geweer en na een gevecht, waarbij Wittenhorst de hulp van Jonker Frans moest missen, werden de verraders ver slagen en was Schiedam gered. Er zou over dit spel nog veel te schrijven zijn, zowel over de histori sche als over de letterkundige waarde. Dit zal dan ook nog wel, maar dan van meer deskundige zijde, geschieden. Waar ik op wil wijzen is dit: zou dit specifiek Schicdamse spel, dat in vroeger eeuwen waarschijnlijk tradi tioneel werd opgevoerd, niet buiten gewoon geschikt zijn om bij de ko mende stadsfeesten in 1950 een her opvoering te beleven, hetzij in de originele tekst of omgewerkt? Het lijkt mij alleszins waard, dat de Schie damsc Gemeenschap dit ernstig over weegt. binnen de stad Schiedam gelegerd was. Deze Witten horst zou op die bewuste avond om 9 uur, wanneer de burgers ter ruste waren, alarm ma ke in de stad en de burgerij overmees teren. Op hetzelfde uur zou Jonker Frans metzijntroe- pen voor de poort verschijnen en te hulp snellen. Een rijke buit zou de troep van Witten horst ten deel vallen. Met het vooruit zicht op die buit maakten de solda ten van Witten horst alvast goede sier en dronken na tuurlij k veel te veel. Toen de avond ge vallen was kwam de dronken alarmbla zer naar buiten en 97 Blazoen van de Schiedam se Rederijkerskamer „De roo onder de zinspreuk Aensiet de joncheyl" roosen

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1949 | | pagina 9