oitoor sc 1111:1» tin i:it
c;i.\c>) IIF.F\
ALS iedere Vrijdagmorgen, liet het Carillon van
onze St. Jan ook op 16 September zijn galmend
geluid over Schiedam gaan, maar het waren
niet de vrolijke klanken, die gewoonlijk het pro
gramma vormen. Somber was het lied, dat de beiaar
dier toen aansloeg, en het was alsof de oude toren
daarmee ook zelf uiting gaf aan zijn diepe smart
over het heengaan van de man, die jaren terug het
initiatief nam tot de restauratie van het als het ware
aan zijn zorgen toevertrouwde schone kerkgebouw:
Gerrit Willem van Bergen Walraven Sr.
Hij was er de man niet naar om het daarbij te
laten: hij rustte niet, voordat het enorme project
tot in de kleinste onderdelen was uitgevoerd.
Weemoedige coïncidentie: betrekkelijk kort nadat
de kerk in een plechtige samenkomst weer aan kerk
meesters kon worden overgedragen, ging hij zelf
de eeuwige rust in.
Wel niemand, die deze zo vitale, altijd bezige
man van enigszins nabij kende, zal een zo spoedig
einde hebben verwacht. Inderdaad, hij was de 70
gepasseerd, doch noch uiterlijk, noch innerlijk was
daarvan iets te bemerken: hij zat nog zó vol plannen
en ideeën als was hij nog in de volle kracht van
zijn leven.
Het ligt niet op onze weg om hier een opsomming
te geven van hetgeen hij naast zijn drukke zaken
in het belang der gemeenschap, en vooral van de
Schiedamse Gemeenschap, in de loop van vele jaren
heeft gepresteerd; de dagbladen hebben dit reeds
uitvoerig gedaan. In dit blad willen wij in de eerste
plaats het volle licht laten vallen op de grote liefde,
die Van Bergen Walraven voor de stad zijner in
woning koesterde, en vooral ook kan het anders?
op zijn sterk ontwikkeld gemeenschapsgevoel.
Als helaas nog weinigen begreep hij wat het
zeggen wil en wat te bereiken is, wanneer allen, die
het goede willen, de handen ineen slaan, nauw samen
werkend, ongeacht plaats in de maatschappij en
levensbeschouwing; wanneer diegenen het vertrou
wen krijgen, die de capaciteiten en de eerlijke wi\
hebben om iets tot stand te brengen. Bij tal van
gelegenheden en op allerlei terrein gaf hij blijk van
dit begrip.
Dat zeer velen de mens Van Bergen Walraven
zeer zullen missen, daarvan zijn wij overtuigd en
óók zelve voelen wij het zo. Doch het verlies, dat de
Schiedamse Gemeenschap heeft geleden, ook al
maakte Walraven geen deel uit van het dagelijks
bestuur, noch van de bestuursraad, is zeker niet
minder groot.
Vandaar dat het ons een grote behoefte is zijn
nagedachtenis op deze plaats te eren. Moge zijn
onvermoeide streven velen tot lichtend voorbeeld
zijn, opdat zijn geest levend blijve, zijn zegenend
werk worde voortgezet.
Dat hij thans de rust moge vinden, die hij zich
tijdens zijn welbesteed leven eigenlijk nooit heeft
gegund. R.
I08