Vxutketiómcvtkt
VERGANE GLORIE
IK KWAM, IK ZAG EN....
ER is ccn tijd geweest, waarin
zowel stedelingen als dorpsbewo
ners, burgers zowel als buiten
lui, in de Slachtmaand (Novem
ber), als zij het maar even konden
betalen, zorgden voor een voldoende
mondvoorraad voor de winter en tot
die mondvoorraad behoorde ook een
hoeveelheid varkensvlees in pekel. In
de middeleeuwen en ook nog lang
daarna hidden vele burgers, ook in
onze stad, bij hun woningen een var
kenshok, waarin zij hun in het voor
jaar gekochte biggen vetmestten en
toen zij aan de verordening, die al lang
bestond, en die inhield dat het houden
van varkens nabij woningen was ver
boden, niet langer konden ontkomen,
moesten zij hun varkens voor de win
ter wel kopen op de markt. Nu had
Schiedam een uit de middeleeuwen
daterende bloeiende varkensmarkt, zo
dat dit geen bezwaar was.
In oude geschriften over de ge
schiedenis van Schiedam is over die
varkensmarkt weinig te vinden. Wel
weten wij, dat de belangstelling voor
die markt ging tanen en dat de var
kensmarkt ten slotte alleen nog werd
gehouden op de tweede Vrijdag van
de maand November, uitsluitend en
alleen met het doel, de Schiedamse
burgerij in de gelegenheid te stellen
een of meer varkens voor de komende
winter te kopen, die te laten slachten
en het vlees in de pekel te zetten. Die
markt werd gehouden op de Grote
Markt, waar op die tweede Vrijdag
van slachtmaand niet alleen de varkens-
kooplieden met hun vette varkens
kwamen, maar waar ook kooplieden met
allerhande andere waren verschenen.
De slachters hadden in die dagen
druk werk. Die moesten de gekochte
varkens slachten, in de pekel zetten,
die moesten worst maken en de ham
men laten roken. Ieder, die het maar
even doen kon, kocht een „vet beest"
en de koop werd bezegeld met hand
slag en een glas Schiedams nat in een
der vele café's, op of bij de Grote Markt.
Varkens kopen was mannenwerk.
Maar toch trokken ook de vrouwen
naar de markt, om bij de hun koop
waren luid aanprijzende kooplieden,
die hun kraampjes niet alleen op de
Grote Markt, maar ook in de Lange
Kerkstraat hadden staan, wintervoor
raden in te slaan. Niet vergeten mocht
daarbij worden het „lekkers" voor de
kinderen, die, als zij groot genoeg
waren, moeder wel mochten vergezel
len en dan een of twee centen kregen
om te versnoepen. Wat al lekkers
konden zij daarvoor kopen!
Aan de traditie kwam een eind. De
verbeterde economische structuur, de
opkomst van de slagersstand, maakten
de varkensmarkt overbodig. Die hield
op te bestaan. Alleen werd, toen de
varkensmarkt was opgeheven, jaarlijks
op de tweede Vrijdag van November
in de Stadswaag aan de Korte Haven
een varken gewogen, bestemd voor
het Weeshuis der Hervormden. Maar
ook dat geschiedt al lang niet
meer. De enige herinnering, die de
Schiedammers nog aan Varkensmarkt
hadden, was het verkrijgbaar zijn van
varkens van speculaas, rijk versierd
met amandelen, op de tweede Vrijdag
van November, terwijl er als regel een
koopman met luchtballons en mo
lentjes op de Grote Markt verscheen.
Ook dat is voorbij.
De laatste wereldoorlog maakte
daaraan een eind.
Varkensmarkt.
Nog slechts in de herinnering van
oude Schiedammers leeft zij voort.
Ik kwam in Vlaardingen en ik zag
daar het mooie Hof. In de vijvers
zwommen statige zwanen en talloze
snaterende eenden lieten zich voederen
door de jeugd. Altijd een leuk tafereel
om aan te zien; een attractie voor
groot en klein.
En ik herinnerde mij, hoe ook in
Schiedam vroeger in de vijvers van
de Buys Ballotsingel, Swammerdam-
singel, Julianalaan en Julianapark
zwanen zwommen en eenden snaterden;
hoe kinderen voederden en ouderen
genoten.
Het is niet meer zo.Waarom?
Ik kwam in Rotterdam op een dood
gewone Zaterdag en ik zag in de vij
vers de fonteinen klaterend omhoog
spuiten en bij Caland-West, zomaar
in een klein perkje groen, sprankelde
een heerlijk fonteintje. Toen ik 's a-
vonds naar Schiedam terugging waren
de fonteinen kleurig verlicht.
En ik herinnerde mij, hoe ik 45 jaar
geleden als kind genoten heb van die
romantische fontein in onze Plantage
vijver, waarin goudvissen spartelden
en waterlelies bloeiden. Iedere zomer-
Zondag kon men dat gaan zien. En
was het vóór de oorlog niet zo, dat
ook in de vijver van het Julianapark
een hoog-spuitende fontein vrij gere
geld nog meer levendigheid gaf aan het
mooie park?
Het is niet meer zo; er is een boom
gevallen op de Plantage-fontein, ze is
weg, maar ze blijft ook weg. En ook
in het Julianapark spuit geen fontein
meer. Waarom?
Ik kwam in Gouda en Utrecht. En ik
zag, hoe het Goudse stationsplein op
eenvoudige wijze verfraaid was met
een monumentje, gewijd aan Crabcth,
de beroemde glazenier; en in Utrecht,
nee, wat daar in de laatste 10 jaar aan
standbeelden en andere monumenten
is bijgekomen is eenvoudig fantastisch
Wat een aparte sfeer geven goede
beeldhouwwerken aan een stad.
En ik herinnerde mijneen, op
dit gebied herinner ik me feitelijk
helemaal niets. Er is absolute leegte
in Schiedam op dat gebied 1 Neen,
toch vergis ik me. Al meer dan honderd
jaar is Schiedam enkele standbeelden
rijk. Ze staan zich stiekum te schamen
boven op het Weeshuis aan de Achter
weg: J AN en KAAT.
Waarom dit alles? Bezuiniging? Och
komGebrek aan romantiek? Zeer
zeker! Maar vooral gebrek aan ern
stige wil, om onze stad duwtje voor
duwtje en met 1001 kleine attracties
te maken tot een stad met een eigen
ziel, tot een stad, waar het gezellig
wonen is.
Wij mogen voortaan alleen maar
stemmen vóór ietswaar we vóór
Zfjn, als ook de partijdie er
tegen is voorstemtals je begrijpt
wat ik bedoel.
Ï25