VOOR DE ZEEMAN, VER VAN HUIS
„"X TIGHT and day you are the one",
I zingt John Turvill met groot
cynisme, als na de middagschaft
de pneumatische hamers van Wilton's
schccpsrcparatcurs hun tand-artscn-
werk op de hull van de Stanmorc her
vatten. Dag en nacht, twee weken lang,
hoort hij dat ellendige lawaai, dat het
dichtst benaderd wordt door de dreun
van een tandartsenboor op een niet al
te slechte kies.
Als het „meezit", zal de bemanning
van de T2-tankcr nog een paar weken
van dat feest kunnen genieten. Tegen
Kerstmis moet de reparatie klaar zijn.
Dan zal de Stanmore naar Abadan in
de Perzische Golf varen, om er olie in
te nemen. De „mates" weten nog niet
beter, of het zal erom hangen. Mis
schien kunnen ze de Kerstdagen nog
in hier doorbrengen. „Nee, ik
weet geen adres; ik ben gelukkig
getrouwd"
Maar Benjamin Brothiroi, de kapi
tein, houdt het op 20 December. Daar
zit hij achterheen bij Wilton Fyenoord.
Met de Kerstdagen zo ongeveer in de
Golf van Biscaje: „The ship will be
rolling like nobody's business". Dat
Kerstfeest wordt voor hem zo kwaad
niet. Zijn vrouw zal de reis meemaken
en bovendien heeft hij zijn onafschei
delijke kameraad Peter spreek uit
Pictha de terrier, die even rustig
en joviaal is als zijn Welsh baas.
„Kerstmis" laat John Green, de
Schot, helemaal koud. „New Yearrr",
dat is het feest van de Schotten. Dan
is het goed om thuis in Dundee te
zitten en met de real scotch het nieuwe
jaar in te drinken. („Blimcy, heet die
stufT, die ze hier branden en voor
whiskey uitschelden en dat ook nog
een broertje van Johnny Walker
pretendeert te zijn. Hij is er compleet
van ondersteboven geweest".
Geen Kerstmis aan de wal dus voor
de mannen van de „Stanmorc", maar
zo erg rouwig zijn ze er niet om. Op zee
is er altijd een „big party", al blijft
het werk natuurlijk gewoon doorgaan.
Dat is de beroerde kant van een Kerst
mis op zee. Er zijn altijd maats, die niet
kunnen meefeesten.
Een groot feest in de hut van dc
kapitein; dat is Kerstmis voor de man
nen van de Noorse tanker „Strinda",
die ook naar Abadan gaan. Zij zijn er
tegen die tijd wel zo ongeveer. Erling
Nctteland, dc eerste machinst, zal met
zijn gedachten thuis zijn bij zijn vrouw,
zijn dochter van 16 jaar en zijn twee
zoons, die in geen geval naar zee mo
gen, als Papa zijn zin krijgt. Van dc
21 jaar, dat Netteland uit Bergen vaart,
is hij maar tweemaal met Kerstmis
thuis geweest en hij kan niet zeggen,
dat het hem onverschillig laat. Gcluk-
Benjamin en Peter.
kig heeft hij op zijn reis van Zweden
naar Schiedam zijn vrouw kunnen
meenemen. Nadat zij drie weken zijn
samengeweest, is Astrid weer vertrok
ken op dc vooravond van de afvaart
naar Abadan.
Roald Nielsen, de 4e machinist, kan
het geen bliksem schelen, of hij aan
de wal is of niet. Niet, dat Kerstmis
hem koud laat. Hij houdt van het feest,
als dc mannen bij elkaar zijn in dc hut
van Kapitein Mathisscn en de kok nog
eens extra zijn best heeft gedaan. Het
eten is prima en op dc moderne tanker
hebben zij al evenmin over hun ver
blijven te klagen, als dc officieren van
de Stanmorc, die ieder een eigen bad
kamer hebben. (Daar is die tanker dan
ook een overgenomen Amerikaan voor,
want in Engeland bouwen ze niet zo
op het comfort voor dc bemanning).
Roald houdt van de zee. Hij is er
vrij en hij kan aan wal doen wat hij
wil. De portier van Wilton-Fyenoord
zegt, dat dit nadrukkelijk niet bete
kent, dat hij, als Noor, naar de „Mis
sions to seamen" zal gaan, want daar
schenken ze alleen maar koffie. Zelfs
voor postzegels lopen ze liever een
straatje om, dan naar het gebouwtje
op dc werf te gaan.
Het is vreemd, om een paar weken
voor Kerstmis tussen deze mannen te
lopen en hen te vragen over Kerstmis.
Een man, waarvan men zou zeggen,
dat hij beroepshalve de zeeman moest
kennen, gaf ons weinig hoop op een
reportage.
„Kerstmis interesseert hen net zo
veel, als vandaag of gisteren. Zij varen
of passagieren. Daarmee is alles ge
zegd".
Maar daarmee was alles niet gezegd
aan boord van de tankers, die in de
Schicdamse Wilton-haven liggen. Want
de blauwe ogen van Karsten Nygard
werden toch ernstig, toen hij dacht
I50