<00* mi/ opviel IN SCHIEDAM LAAT ik beginnen met te beken nen, dat ik het maar een niet gering waagstuk vind om in dit lijfblad der Schicdammers-tot-de-laat- ste- (oude?)-snik zo maar wat te gaan schrijven over de dingen die mij in Schiedam alzo getroffen hebben. Ik ben namelijk geen inwoner van deze door drank en voetbal vermaarde stad; ik ben het hoge woord moet er maar direct uit iemand, wie Spcen- hoff's woorden: „Er is maar één stad op de hele wereld en dat is Rotterdam" uit het hart gegrepen konden zijn. Aai! Met zo plompweg boven op minstens een paar duizend Schiedamse tenen te gaan staan ben ik al tegelijk aangeland bij de eerste Schiedamse spécialité-de-la-ville. Met die tenen is het al heel bijzonder gesteld; ze zijn lang, heel lang, gevoelig als een ekster oog bij nat weer en bovendien nog speciaal bcnaamd: anncxatic-tcncn De bezitters van zo'n, mijns inziens, tamelijk zot lichaamsdeel, kunnen ech ter gerust zijn. Tot vóór drie jaar, toen ik mij voor het eerst in lijn 4 wrong om een paar honderd meter voorbij het eindpunt mijn broodje plus dat van vrouw en kroost bij elkaar te gaan sappelen, wist ik heus niet veel meer van Schiedam af dan bij voorbeeld van Antofagasta, en eventuele annexatie plannen Lieten me ijskoud ik had er zelfs nooit van gehoord. En nu, na drie jaar tramforensschap, sta ik er nog precies eender tegenover, aange zien ik Schiedam ondertussen om zo te zeggen heel aardig van binnen en van buiten heb leren kennen. Annexatie is bunk! zou ik met een variant Henry Ford willen nazeggen, ja, de waarde ring voor mijn werkstad gaat zo ver, dat ik, als ik geen Rotterdammer was, Schiedammer zou willen zijn. Al zou ik dan lang zo goed niet meer de ge boren Schiedammers met het woord annexatie op de kast kunnen jagen, een sport, die ik tot nu toe nog al eens met veel plezier en succes beoefend heb. Om nog eens terug te komen op de geringe kennis die ik drie jaar geleden van Schiedam had; de doorsnee Rot terdammer weet er heus niet veel meer van. Als ze er al eens komen en weten waar Abram de mosterd haalt, dan hurdlc-racen ze alleen maar over de Koemarkt om vervolgens óf de Passage Bioscoop in te duiken, óf een der vele autobussen te enteren, die hen daarna weer met bekwame spoed uit Schie dam verwijdert. Dat transitovervoer is wel dusdanig belangrijk, dat vijf van de tien tramconducteurs op de Koe markt roepen: „Eindpunt I Uitstappen voor Schiedam en omstreken!" Dc Schiedammers hebben er trouwens goed voor gezorgd dat de voornaamste toegangspoort tot hun gemeente be hoorlijk van barricades voorzien is. De Rotterdammer, die aan het eind punt uit de tram stapt om eens vlug wat van Schiedam te zien en dit uit stappen ietwat onbesuisd doet, zit tegelijk met zijn hoofd door de ruiten van de achterkant van het aldaar listig opgestelde tramhuisje annex kiosk. Hij kan dan zo, gesteld dat hij een beetje ad rem is, de juffrouw om een nieuwe „Kiekeboe" vragen. VC'ic zich echter zonder lichamelijk letsel tussen dit obstakel en de tram heeft weten uit te wringen ziet vervolgens een heel groot en dik gebouw, waarin de Hema huist. Ook dat is niet bepaald iets wat een Rotterdammer grote ogen doet op zetten; heel grote gebouwen, zowel als een Hema heeft hij „zu I lause" ook. En dan ziet hij niets meer dan carrous- sel rijdende auto's, alsmaar verkcers- hekjes en roepende en wild gebarende agenten, die hem het plein rnndjagen. Ik heb al eens een grote kudde Ierse ossen over het plein zien drijven en het enig opmerkelijke daaraan was dat het zo dood-gewoon leek. Dc naam Koemarkt is voor mij dan ook niet raadselachtig meer. Maar goed, als het een beetje mee zit, staat dc opgejaagde, in Schiedam wildvreemde Rotterdamse sight-see-er na een tien minuten weer heelhuids aan de andere kant van het tramhuisje en klimt dan met verwilderde blikken in dc tram, met het vaste voornemen zich nimmer meer in dit helse oord te wagen, hetgeen de met een annexatie- complex behepte Schiedammers ook ongetwijfeld zo bedoeld hebben. Genoeg echter over de Koemarkt. Deze Schiedamse bezienswaardigheid van dc eerste rang verdient minstens in een compleet artikel beschreven te worden. Dit is ook het geval met dat gene, waarmee ik deze eerste impres sies wil besluiten, maar wat toch wel zo'n dusdanige indruk op mij gemaakt heeft, dat ik er nu al iets over zeggen wil namelijk dc Schiedamse winkel stand! Waarlijk, als iets een openba ring voor me geweest is, dan zijn dat wel dc nijvere lieden die hun mede- Schiedammers alle dingen trachten te slijten, die het leven moeten veraan genamen, van een ons tum-tum tot dc grote VC'inklcr Prins encyclopaedic toe. I k ken kleine steden in ons land, wel een twintig kilometer van een grote zuster afgelegen, waar elke winkelier, die dc euvele moed heeft daar iets belangrij- kers te willen gaan verkopen dan een pond suiker of een bus Vim, zich red deloos in een faillissement stort. N'ecn, dan Schiedam! Of er geen vuiltje aan de lucht zit (of liever: Of er geen Rot terdam aan het andere einde van dc Rotterdamse dijk ligt) heb ik, eerst tot mijn stomme verbazing, later tot mijn genoegen, aldaar een winkcldrijvcndc middenstand ontdekt, die maar in heel weinig voor dc Rotterdamse concur rentie onderdoet, zeker niet in voort varendheid, en met hun tijd meegaand. Zeker, er zijn er ook onder, die hun klanten wel eens trachten te „belatafe len" en ook, die „van 12 tot 2 uur gesloten zijn. Dank ui", maar dc eer sten vind je overal waar Nederlanders handel plegen en de laatstcn zijn, ge lukkig maar, weer zo goed als ver dwenen. Als er dan ook iets is,waar door Schiedam zich een afgerond, vol komen zelfstandig geheel toont, dan is het wel door die winkels op elk ge bied. Komen er zelfs niet „aufgeklartc" Rotterdammers in Schiedam bood schappen doen? En ondanks dat alles mieren die Schiedammers maar over annexatie en worden daarom prompt op stang gejaagd door de wel beter wetende, maar niettemin geheide Rotterdammer VICTOR. 2adu-t\UeA.deA in cUl Mad l6l tl relt niet allepn in 4i> murine be- lanK»trlllng. wurm» dit blad ontvangen la; bovendien helpt bU een praehtlg Initiatief bevorderen, waarvan ieder Inwoner van Selvle- dam en het zakenleven In het bijzonder de r|Jke vruehten zal plukken. De advertentietarieven worden U gaarne toegezonden door de administratie, Lange Haven 141, telefoon 69300, toestel 1.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1949 | | pagina 25