Kerstmis als feest
HOEWEL er een toenemende
„onkerkelijkheid" blijkt te zijn,
zal toch op Kerstmis door de
grote meerderheid der mensen geluis
terd worden naar de boodschap der
kerk, zij het dan niet op „kerkelijke"
wijze. Het is mijn overtuiging, dat
nooit zó sterk is geweest het verlangen
naar de gave van het Kerstfeest als
in déze tijd, overal. I.aten wij ons niet
schamen, met het oog op onszelf, ons
ervan bewust te worden.
Nu is het echter nodig, te waarschu
wen voor surrogaat. Dit is, in elke vorm,
minderwaardig maar op het terrein
van het „geestelijke" ontoelaatbaar.
„De kerstboom brandt met stil ge-
vlam en maakt de ogen diep en zacht,
maar Hij, die eenmaal nederkwam, Hij
is zo ver in deze nacht"Het is
mogelijk, dat de hoofdpersoon van bet
feest ontbreekt dit is heus niet alleen
een gevaar voor het feest der „onkerke
lijke", even goed voor dat der „kerke
lijke" mensen.
De dichter Anthonic Donker heeft
een „Wereldprent" getekend: wc zien
de mensen, in één grote stoet, optrek
ken op hunne gelaten is duidelijk
te zien, dat de duivel hen in zijn macht
heeft. Maar dan opeens blijven de
mensen staan: zij horen „de engelen
musiceren", en één in de stoet zegt:
„het is niet ver hier vandaan." Nu
schrikt de duivel!
Het is niet meer bekrompen, in de
duivel te geloven. Nu hij talloze slaven
heeft en nog veel meer slachtoffers,
moeten wij het als een verrassende kans
zien: dat wij de engelen horen musice
ren en dat het blijkt niet ver hier van
daan te zijn. Dit is de kanswelke Kerst
mis ons geeft!
Hebt u ook niet ontdekt, dat, in
deze jaren, alles wat wij verwachten
en hopen zo onbereikbaar ver blijkt
te zijn? In de jaren 1940'45 leek het
helemaal niet zo ver. Na 1945 is, on
danks al de vergaderingen, ondanks alle
goede wil, ondanks de knappe tech
niek, de afstand naar een betere wereld
hoe langer hoe groter geworden. De
ene teleurstelling volgt op de andere,
de ene illusie voor, de andere na,
wordt ons ontnomen. Uitgestelde hoop
krenkt het hart.
Tegen de omstandigheden blijken
wij niet opgewassen en discussie hier
over is uitgeslotenIndien nu maar
ons hart gered kan norden! Waarop de
kerk van alle eeuwen zegt: Christus
natus est, venite adoremus Christus
is geboren, laten wij aanbidden!
Wanneer een dienaar der kerk dit
zegt, zegt hij het qualitatc qua, krach
tens zijn ambt maar tegelijkertijd,
omdat hij het lijden der wereld kent,
en Luther is gaan begrijpen, die, tot
het einde toe, de vraag doorgeworsteld
heeft: hoe vind ik vrede voor mijn
hart?
Er wordt nog wel 'n'beetje gespot
met het „Vrede op aarde" ,,'t mocht
wat!.... wat zie je ervan, ondanks
eeuwen van Christendom?".Maar,
wanneer de engelen musiceren, moeten
wij aandachtig luisteren naar wat ze
zingen: „Ere ^ij God in den hoge, vrede
op aarde, in de mensen van Ixt nelbe hagen."
De vrede wordt niet over de wereld
uitgestort, maar kan de innerlijke rijk
dom worden van hen, die gaan begrij
pen, dat er een welbehagen Gods is.
Wij moeten gaan begrijpen, dat, op
Kerstmis, een daad Gods begint; dat
het 't keerpunt der tijden is; dat in Hem
de heilige Liefde Gods openhaar wordt;
dat dit goddelijk drama zich afspelen
zal van Kerstmis tot Pasen. In een
„onherbergzame" wereld (er was geen
plaats voor Jozef en Maria „in de
herberg").
De dichter Leopold vertelt, hoe de
„wijzen", de zg. drie Koningen, knie
len vóór het kind, en hoe dit Kind nu
ontdekt, dat zij, de wijzen, beginnen te
denken. Om Kerstmis niet alleen tra
ditioneel d.w.z. oppervlakkig te
vieren, moeten wij omschakelen in ons
denken: de wereld en ons leven gaan
zien in het licht der wijsheid Gods,
die, anders dan alle politici, de wereld
opbouwen wil, opdat zij worden zal
de wereld van Christus.
Zo gezien, blijkt, dat de viering van
het Kerstfeest kosten meebrengt. Kerst-
mis vraagt geloof! Dit is eigenlijk onge
looflijk duur, maar wat ge dan krijgt,
is het ten volle waard. In het jaar vóór
de wereldoorlog bezocht een geleerde
Chinees, Dr. Koo, ons land. Hij ver
telde, dat wij Christenen iets hebben,
dat de Chinese religie niet heeft. „En
wat mij treft," zei hij, „dat is, dat jullie
nu, als de Chinezen, gaat filosoferen,
zonder te beseffen, wat ge hebt in de
Vader van Jezus Christus. Volgens het
Chinese Godsbegrip zou de mens niets
anders zijn dan een eenzame wandelaar
in de woestijn, die alleen zichzelf tot
een metgezel heeft. In de christelijke
opvatting heb ik voor het eerst gezien,
dat God vlak bij de mens staat". Hebben
wij een Chinees nodig om ons dit bij
te brengen?
Kerstmis is dus het begin van een
daad Gods. Volgens het kerstverhaal
is de houding, welke ons daartegenover
past: knielen. De herders en de wijzen
uit het Oosten knielen voor het kind
in de kribbe. Een knielend mens is slechts
in schijn klein wegenlijk is bij groter
dan een mens, die overeind blijft staan: er
is een andere maat in zijn leven geko
men, die van de aanbidding.
In het beroemde toneelstuk van
Maxim Gorki „Nachtasyl" zien wij de
verschillende gasten van het nacht
verblijf ontwaken, ieder geeuwt zijn
ellendig bestaan tegemoet. Maar één
van hen rijst op, om zijn morgengebed
te doen en werpt zich voor zijn God
neer spreekt met God, geeft zich
over, laat zich door Hem zegenen.
Al die verstotelingen scharen zich
achter hem, een diep verlangen ont
waakt in hen om te geloven aan een
wereld, waarvan het licht alle duisternis
doorstraalt.
Zoals ik zcidc: er is, wanneer wij 't
aandurven, bij ons allen, nu in deze
donkere, dreigende wereld, het ver
langen naar de zegen van het Kerst
feest. Misschien alleen nog maar het
verlangen naar het verlangen. Ook
dit is: op weg gaan.
Verandert er veel, wanneer wij, dit
jaar, Kerstfeest vieren? Misschien:
alles verandert; wij komen, als de her
ders en de wijzen, in het bijbelverhaal
terecht wat een grote eer isDaarna
kunnen wij, als de herders, terugkeren
naar ons werk, lovende God. Of, als de
wijzen, van wie verteld wordt, dat zij
naar hun vroegere wereld en leven
terugkeren, langs een andere weg.
H. A. C. SNETHLAGE.
140