GEMEENSCHAP/**^ Schiedam over 10 jaar Voor goed begrip van zaken r4l VOOR elke Schiedammer, man of vrouw, wie de toekomst van de stad zijner inwoning ter harte gaat, om het even of hij dit doet uit welbegrepen zakelijk eigenbelang, dan wel omdat Schiedam hem zonder meer na aan het hart ligt, voor hem moet 28 Oc tober, de dag, waarop onze vroede vaderen om allerlei duistere redenen beslisten: „Schiedam zal geen Cultureel Centrum krijgen", een zwarte dag zijn geweest. Het ging toen n.l. minder om de concrete vraag of Schiedam er al dan niet een zaal bij zou krijgen, zelfs één, die aan bijzondere eisen zou voldoen en die dus op de ontwikkeling van het Culturele leven binnen onze gemeen telijke grenzen van grote invloed zou kunnen zijn, dan wel om een vraag van veel verdere strekking, n.l. deze: welke rol zal Schiedam over 10 a 15 jaar spelen in het grote conglomeraat Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen enz., dat zich met grote snelheid aan het ontwikkelen is. We behoeven heus geen vooruit ziende blik te hebben om met zekerheid te zeggen, dat over enkele jaren elk spoor van een natuurlijke grens tussen tic genoemde steden zal uitgewist zijn. Het doet in dit verband niet ter zake of Schiedam dan nog een zelfstandige gemeente zal zijn: voor ons is het zelfs de vraag of dit binnenkort nog in het algemeen van enige betekenis zal zijn, zo wij van onze zelfstandigheid thans niet allereerst gebruik maken voor het treffen van die maatregelen, die er toe kunnen leiden, dat Schiedam straks in Groot Rotterdam een zo voordelig mogelijke positie inneemt. Het kan dan n.l. zó zijn, dat Schie dam op een gegeven ogenblik met trots de geboorte van zijn 100.000ste burger aankondigt, maar tegelijk deze 100.000 niets anders te bicden heeft, dan de nodige slagers, kruideniers enz., terwijl men de rest óf in Oostelijke óf in Westelijke richting moet zoeken, daar bij overgeleverd aan hetgeen anderen ons wensen voor te zetten. Het kan echter t.z.t. ook zó zijn, dat zich als wij er tenminste tijdig voor hebben gezorgd in onze stad een Centrum ontwikkelde en' dat zich dan de trek van Oost en West in onze richting beweegt, waarbij Schiedam dan verstrooiing biedt naar eigen smaak aan een gebied, 200.000, 300.000, wellicht nóg meer zielen tel lend. Dat hiervan de gehele burgerij de rijke o.m. culturele vruchten zal plukken, behoeft geen betoog; even min dat b.v. de middenstand er over de gehele linie zeer mee gebaat zal zijn. De papieren liggen op het ogenblik voor een dergelijke ontwikkeling na tuurlijk uitermate gunstig. Gezien het feit dat elke grote havenstad de neiging heeft zich zeewaarts uit te breiden, is de ligging van Schiedam geografisch uitermate gunstig. Bovendien kan Rot terdam op Cultureel gebied nog steeds op geen stukken na bieden, wat men van een stad van die grootte en van haar betekenis mag verwachten. Haar Centrum moet nog grotendeels ver rijzen, zodat de buitenwijken voor lopig zeker niet aan de beurt komen. Ook van Vlaardingen is voorlopig nog niets groots te verwachten in deze rich ting, alhoewel de fantastische plannen van de B.P.M. in Pernis en de in dienst stelling van een groot wagenveer Vlaardingen-Pcrnis binnen afzienbare tijd ook daar wel eens tot initiatieven met dezelfde strekking zouden kun nen leiden. En nu moet men het plan van de Gemeenschap om hier een Cultureel Centrum te vestigen, juist op het aller beste punt van de stad, dus in de Plan tage en nergens anders en bijgevolg ook de afwijzing door de Raad in dit licht zien, dat het de kern had kun nen worden van het grotere plan: Schiedam Centrum van Westelijk Groot Rotterdam. Een Schouwburg, die practisch alle belevenissen op Cultureel gebied hier had kunnen brengen; daarnaast de mogelijkheid om hier ter stede in de zeer sfeerrijke entourage van onze prachtige Grote Kerk ook van gewijde muziek in groter verband te genieten, tenslotte een groeiend museum met binnenkort prachtige tentoonstellings- accommodatic, dit alles tezamen zou naar onze vaste overtuiging zonder enige twijfel verdere initiatieven in beweging hebben gezet, nodig om er een geheel van te maken, van voldoen de attractiviteit voor een zeer wijde omgeving. Het heeft wij betreuren het meer, dan wij het zeggen kunnen niet zo mogen zijn. De fatale Raadsbcslissing heeft de plannen, misschien wel voor goed, de nek omgedraaid: even mee dogenloos als beperkt: het „Gou- verncr c'cst prévoir" is hier niet aan te pas gekomen. Buiten ons Dagelijks Bestuur weet wel niemand, welke inspanning het gekost heeft om de plannen zo ver te ontwikkelen, dat zij aan de openbaar heid konden worden prijsgegeven, zo te zeggen aanbcstedingsklaar. En nie mand weet ook zo goed, welke extra moeilijkheden er nu tevens zullen moe ten worden overwonnen, wanneer de plannen niet worden opgegeven. Desondanks is dit besluit alreeds gevallen 3 VOOR goed begrip van zaken zij hier nogmaals meegedeeld, dat het afgelasten der stadsfeesten in 1950, waar toe de bestuursraad in zijn vergadering van 29 November j.l. definitief besloot, in hoofdzaak het gevolg is van het

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1949 | | pagina 5