Een havenstad wilde er uit Schiedam in het verleden niet groeien.
Rotterdam greep later de kans wel die branders in 1866 niet zagen.
In het begin was er een darr. in de Schie de oorsprong
van Schiedam. Dichtbij stroomde de Maas en het is dus
heel begrijpelijk, dat we al spoedig kunnen spreken van
het historische feit, dat de bewoners van de nieuwe ge
meenschap voor een groot deel leefden van de visserij.
Deze zou zelfs gedurende lange tijd de hoofdbron van be
staan vormen. Later werd "dit anders. De branderijen
kwamen het stadsbeeld bepalen. De visserij ging tanen
en het zou lang duren voor er eindelijk weer pogingen in
het werk werden gesteld om het contact met de rivier te
herstellen. Tal van plannen om hiertoe te geraken, zijn in
de loop der tijden naar voren gebracht. Het meest vér
gaand waren wel de havenplannen, die door burgemeester
Pieter van Dijk van Mathenesse werden ontworpen en
welke in 1866 voor het eerst door de Schiedamse gemeente
raad zijn besproken. Nog vele malen nadien zouden deze
plannen ter tafel komen, doch ondanks de gunstige om
standigheden, kwam men er niet toe, de laatste kans om
van Schiedam een grote havenstad te maken, te benutten.
In 1866 kwam aan de orde de voorgestelde annexatie
van de gemeente Oud- en Nieuw-Mathenesse. De burge
meester, die ook enkele jaren aan het hoofd van deze ge
meente had gestaan, was voorstander van deze samen
voeging, die er toe zou kunnen bijdragen, dat de ontwikke
ling' van de stad naar het Oosten de gemeentegrens lag
bij het tegenwoordige Bospolderplein van Rotterdam
gunstige perspectieven ging openen voor de aanleg van
havens. Zelf had Pieter van Dijk van Mathenesse jaren
geleden reeds een plan ontworpen en natuurlijk verzuimde
hij niet, het naar voren te brengen.
Negentig meter breed lopende van de Maas, achter de
tegenwoordige werf Gusto over het zogenaamde Galgen
veld nu Merwedehaven (zie foto) naar de Rotter-
damsedijk, strekte zich de haven op de tekeningen uit.
In de dijk wilde de burgemeester een schutsluis zien aan
gebracht en voor de verbinding met de Schie zorgde een
breed kanaal door Oud-Mathenesse. Van het station zou
een spoorwegverbinding naar de haven leiden. Omdat
men de aanleg van havens tevens zag als een oplossing
voor de waterverversing in de stad, was er ook een stoom
gemaal geprojecteerd.
De tijd leek gunstig voor de verwezenlijking van een
dergelijk vooruitstrevend plan van grote importantie.
De financiële toestand van de gemeente was niet slecht
te noemen, Rotterdam stond nog aan de vooravond van
zijn ontwikkeling tot wereldhaven en zowel regering als
hoger bestuur beoordeelden de plannen zeer welwillend.
Het is een klein Schiedam, dat ons uit de raadsover-
zichten van het jaar 1866 en daarna tegemoet treedt.
Nemen we de tegenstanders van annexatie van Mathenesse.
Vermeerdering van armenzorg was een van hun argu
menten en daar kon al dat belang voor de toekomst van
de stad, zoals burgemeester van Dijk van Mathenesse
het hun voorhield, niet tegen op. „Pieter van Dijk van
Mathenesse burgemeester van Schiedam zit wel
in de raad te klessen maar hij weet er geen bliksem van",
zong de jeugd op straat en in de raadszaal betoogde een
van de branders namens vele collega's-raadsleden, dat
Schiedam steeds een branderijstad was geweest en het
daarom ook wel zou blijven.
O, natuurlijk waren er ook voorstanders, maar meestal
hadden zij niet zo'n juiste kijk op de toekomst van hun
stad als de voorzitter. Een van hen, nauw betrokken bij
de schutterij, ondersteunde het later aangenomen voorstel
tot annexatie met het argument, dat het hierdoor de
Schiedamse jongelingschap tenminste onmogelijk zou
worden gemaakt, om zich voor de dienst te verschuilen
in de naburige landelijke gemeente.
Met zijn plannen bleef de burgemeester zowel in 1866
als nadien in 1872, toen de kwestie van de waterverversing
nogmaals werd besproken, een roepende in de woestijn.
De branderijstad Schiedam zou de aangewezen weg,
die had kunnen leiden naar een hoog opbloeiende ont
wikkeling als havenstad, niet inslaan. Door de houding
van de leidende burgerij van die jaren vooral, zijn wij
de weg van industriestad opgegaan.
12