enxeenóckap en
aan de wieg van de
25
door de grondprijzen, het aanbod van werknemers, goede woon
gelegenheid voor deze, recreatie- en ontspanningsmogelijkheden.
De overheid heeft hier zeker een taak en de Schiedamse Gemeen
schap kan, als zij wil, hier ook het hare toe bijdragen. Daarvoor
is een brede opvatting van haar taak nodig.
Dit neemt de verantwoordelijjheid van de directeur van een
bedrijf niet weg. Hij moet de werknemer als mens en niet als nummer zien. Niet alleen het loon bindt
hem, maar ook de behandeling. Een zakenman moet een beetje filosoof zijn. Daaraan ontbreekt het
nog wel eens in Schiedam."
Over de andere problemen welke wij aan de heer Hoek voorlegden onthield hij zich liever van
een oordeel, omdat hij niet meer zo midden in een leven staat, waarin deze vragen rijzen. Over één
ding was hij zeer pertinent: „Annexatie is voor Schiedem noch voor de gemeenschap van belang,
noch noodzakelijk".
Behalve de duizenden gemeenschapjes, welke wij „gezinnen" noemen, kent
Schiedam nog enkele heel bijzondere kleine gemeenschappen, de weeshuizen.
Het is een verklaarbaar verschijnsel, dat in deze gemeenschappen, welke
door de loop van het leven en het ingrijpen van de dood min of meer wille
keurig gevormd werden, de band van gemeen belang, van ideaal of program
zeer moeilijk te leggen is, omdat het hier gaat om persoonlijkheidjes op een
leeftijd, dat vrijwel alleen de band van het bloed nog maar spreekt. En juist
deze allersterkste band ontbreekt. Elke gedwongen band leidt niet tot een
gemeenschap, maar tot een kunstmatig agglomeraat, door de dwang bijeen
gehouden. In het verleden kreeg door deze kunstmatig gehandhaafde eenheid
het woord „gesticht" zo'n onaangename bijbetekenis.
De directeur van het Weeshuis der Hervormden, de heer J. Ritsema van
Eek, geeft ons zijn visie op deze bijzondere gemeenschap.
„Wij willen voor nu en voor de toekomst de gestichtsgedachte zoveel mogelijk
doorbreken. De kinderen voelen in het algemeen niet zoveel voor andere gemeen
schappen, zoals verenigingen en organisaties, hoewel er zijn, die zich bij de
padvinders, in een toneelvereniging of in de Vrijz. Chr. Jeugdgemeenschap
thuis voelen. De kinderen gaan naar scholen, welke het best geschikt zijn voor
hun capaciteiten. Als zij dit wensen en kunnen, gaan zij naar de M.U.L.O., de
H.B.S., de Ambachts- of de Huishoud- en Industrieschool.
Er is een grote verschuiving van de taak van het weeshuis geweest. Van
de zorg voor de wezen en half-wezen, waarvoor, dank zij de sociale zorgen,
het weeshuis practisch niet meer in aanmerking komt, valt nu de nadruk op het zelfstandig maken
van het moeilijk opvoedbare kind.
De groei van de stad naar 100.000 inwoners zal het aantal van deze voogdijkinderen vergroten.
Bovendien komen in het Schiedamse weeshuis niet alleen kinderen uit Schiedam, maar ook uit Dor
drecht, Utrecht, den Haag en Amsterdam.
Practisch betekent dit een omstelling van het werk. In Maart zal er aan het huis een kinder-psychiater
worden verbonden. Een Medisch Psychisch bureau en een Observatiehuis, los van het weeshuis, zullen
voor Schiedam onontbeerlijk blijken. Alles zal moeten worden gedaan om de kinderen klaar te maken
voor een positieve opvatting van hun plaats in de gemeenschap. Hoe moeilijk dit is, leert u de Zondag.
De kinderen hebben angst voor de Zondag. Niet allen, omdat er zijn, die naar familieleden kunnen
gaan.
Dank zij de U.V.V. beschikken wij thans over adressen, waar die kinderen in gezinnen hun Zondag
kunnen doorbrengen. Want bij kinderen uit zich de gemeenschapszin sterk in de hang naar „gezellig
heid"; in wezen dezelfde zaken."
In deze kleine moeilijk te vormen echte gemeenschappen weerspiegelen zich de problemen, waarmee
ook een Schiedamse Gemeenschap worstelt. Beiden kunnen hun doel bereiken door een idealisme,
dat rekening houdt met de realiteiten en door een liefde, die kinderen en volwassenen de aantrekkelijk
ste zijden van een gemeenschapsleven doet ervaren.
>,Sternstiindchen" zouden de belangrijke flitsen uit het verleden genoemd
kunnen worden. Men vindt er elders in het blad enkele. Ook in het nabije
verleden is er een Sternstündchen geweest; een ogenblik, dat de stad zich
bewust werd een gemeenschap te zijn. Om dat bewustzijn te versterken werd
de Schiedamse Gemeenschap opgericht.
Als wij met meneer Geurts praten, ontdekken wij te zitten tegenover
de geestelijke vader van het statuut, waarop de Gemeenschap is gebouwd.
„Er zijn twee belangrijke gebeurtenissen in de oorlog geweest, die de geesten rijp
maakten voor deze gemeenschap. Ik kan hierover uit eigen ervaring 't best spreken.