Vervolg van pag. iS)
rijzen met veel licht en groen en bloe
men en algemene tuinen en kinder-
speel- en zelfs bewaarplaatsen.
Op het moment, dat u dit laatste
woord uitbracht, zou de arbeider-
anno-1900 allang niet meer naast n
gestaan hebben. Hij zou, diep ge
schokt over zoveel waanzinnige over
drijving, weggerend zijn. Zijn reactie
zouden wij, mensen van Maart-1950,
zwaar overdreven gevonden hebben.
Maar in dit opzicht reageren wij eigen
lijk niet eens zoveel anders dan hij.
Omdat wij ons deze toestanden niet
meer kunnen indenken tenzij wij
nu tot hen behoren, die door de wo
ningnood getroffen zijn. Onze her
inneringen hebben het verleden ver
guld; mooier gemaakt dan het was.
Wij hebben, positieve mensen, die
wij zijn, er vooral het positieve van
meegenomen.
Doch wandelen wij nu nog eens
langs de open riolen en de verzakte
krotjes en door de nauwe stegen
van het oude stadsdeel, dan zien
we daar de „bewijzen" nog. Zien
we, hoe „zwart" dit alles eens ge
weest is, en kunnen we ons het bo
venstaande voorstellen.
Zodat men zich op het laatst nog
nauwelijks voor kan stellen, hoe
dit „zwarte" Schiedam kans zag in
zulk een korte sprong van jaren en
zoveel opzichten van gedaante te
veranderen.
Bedenkt u dit eens, als gij
uw oog laat glijden over de luchtfoto
hiernaast, met de schone witte huizen
langs de Vlaardingerdijk. Ook dat
zijn arbeiderswoningen. Maar.van
1950. Want.... het is het Schiedam
van nu dat zich in hen aandient.
Toch beperkte de verandering zich
niet alleen tot de huizen der arbeiders.
Zij deed zich op vele terreinen gel
den. Zij maakte bijvoorbeeld, dat er
schone parken kwamen en scholen
en openbare gebouwen enschone
fabrieken zelfs. Omdat alles, wat
met de gewone man te maken had,
beter, schoner en menswaardiger ge
maakt zou worden.
Ze zullen trouwens nóg beter en
nóg mooier en gezonder worden,
de fabrieken, waarin de gewone man
moet werken.
De hoge, lelijke pijpen, die nu nog
ons stadsbeeld beheersen, zij zullen
verdwijnen. De „schone" en elders
opgewekte electriciteit zal het werk
over gaan nemen, zodat er steeds
minder rook zal neerslaan over de
huizenblokken der Schiedammers.
Trouwens, die huizen zullen voortaan
van de fabrieken gescheiden worden.
Zij zullen niet meer tussen de fabrie
ken neergezet worden, doch aan de
randen der stad, waar het ideaal
wonen is.
Ja...., zo zal het Schiedam van
morgen worden: Gezond en schoon.
Het zal de laatste afrekening ver
effenen met het zwarte-Schiedam, het
zal trachten de allerlaatste herinne
ringen er aan voor goed weg te wis
sen; het zal kortom een „blank"-
Schiedam worden.
Dat staat reeds voor de deur. Het
heeft zelfs al aangeklopt. Het ge
meentebestuur van nu zal opendoen.
En als het werkelijk vooruitstrevend
en gesteld is op het Schiedam-van-
morgen, zal het wijd opendoen. En
wij zullen het als een goede gast be
schouwen, tot het Schiedam van over
morgen aanklopt.
Laat ons desondanks het Schiedam-
van-vandaag dankbaar blijven. Al was
het alleen maar, omdat het de brug
vormde die ervoor zorgde, dat wij het
Schiedam-van-gisteren achter ons kon
den laten en de brug, die ons
voeren zal naar het „blanke" Schie
dam. U weet weldat voor de
deur staat!