SCHIEDAMSE GEMEENSCHAP 97 a cle óneiie groei V 2e Jaargang Nummer 1 en 2 Maart-April 1950 Administratie en abonnementen: Algemeen Secretariaat, Nieuwstraat 12, Telef. 68043 Advertenties: Kon. Ned. Boekdrukkerij H. A. M. Roelants, Lange Haven 141, Schiedam, Telefoon 69300 Maandblad, verschijnend onder auspiciën van de Stichting „De Schiedamse Qemeenschap Schiedam heeft achter zich de „Sturm und Drang"-periode van een bijna Amerikaanse groei. De mogelijkheden om bevolkings- en industrie-uitbreiding op belangrijke schaal te stimuleren, ontbreken bij gebrek aan grond. Onze stad is in een stadium gekomen, dat wij met zeer ver standig beleid kerngezonde economische en sociologische voor waarden kunnen scheppen, onontbeerlijk voor een harmonische opbouw van de stedelijke gemeenschap. omstandigheden bepalen de Cijfers en omstandigheden bepalen de houding van de stede lijke overheid, want haar zijn niet de belangen van enkele groe pen, maar die van de evenwichtige toekomst van een Schiedam van 100.000 inwoners toevertrouwd. Zonder invloed van buiten zou onze stad reeds uit zichzelf binnen enkele jaren groeien tot 80.000 inwoners. De grens stellend op 100.000, is er dus in de toekomst nog een betrekkelijk beperkte plaats voor industrieën en arbeiders. Om beschermd te zijn tegen de kwetsbaarheid van de grote scheepsbouwindustrieën, welke in het verleden de Achilleshiel bleken te zijn van de stedelijke huishouding, moet aantrekking van middel grote weinig conjunctuurgevoelige industrieën voorop staan. Toch wordt ook met de belangen van de bestaande grote bedrijven rekening gehouden. Een ter rein als het Sterrebos is voor zover nodig beschikbaar tegen redelijke prijs, als de scheepswerven zich dit voor uitbreiding van hun bedrijf zouden willen verwerven. Het ideaal blijft echter, dat Schiedam een eenheid van industrie- en woonstad is. De industrie betrekke uit eigen stad de mensen; de arbeider vinde in eigen stad werk. In het kader van deze politiek past dus geen aantrekking van bouw-quota voor woonwijken ten behoeve van industrie, welke elders gevestigd is. Deze plaatst de stedelijke huishouding voor aan vankelijke baten, maar eist tevens grote investeringen, welke een ondragelijke last zouden worden, als er in de toekomst geen mogelijkheid bestaat binnen de stedelijke grenzen het evenwicht tussen woon- en werkstad te herstellen. Zulke mogelijkheden bestaan wel voor plaatsen als Dordrecht en Leiden, die nog overal heen kunnen, maar niet voor Schiedam, dat de laatste gronden zeer verstandig wei-overwogen moet uit geven. Zoals de vooruitzichten nu zijn is de toekomst rooskleurig. De stedelijke huishouding staat er goed voor, al eist de voorzichtigheid passen en meten. Voor de Schiedamse Gemeenschap is dit een basis, welke de lust om ervoor te werken nog moet vergroten. Zij kan bovendien rekenen op een rustig klimaat door de vruchtbare verhoudingen in het politieke leven. Dit in tegenstelling tot andere plaatsen, waar onprettige toestanden het werk van een gemeen schap maken tot een eindeloze worsteling van in de politiek opgeroepen, op andere terreinen door werkende, tegenstellingen. De Schiedamse politiek kenmerkt zich door zakelijkheid. Als zij al eens in een persoonlijk duel uitlaatklep wordt van botsende karakters, ontaardt zij nooit in partij-veten. Niets wijst erop, dat dit zal veranderen. De bestaande samenwerking groeit nog. Men wil elkaar begrijpen. In tegenslag heeft de Schiedamse Gemeenschap levensvatbaarheid getoond. Gestadig stunt-loos werken kan aan een politiek, economisch en sociaal goed reilende stad een uitstekend zeilend cul tureel gemeenschapsleven geven.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1950 | | pagina 3