HÖy vragen Hi w aandacht voor 63 ten. De één heeft het de ander overver teld en nu kan men geen dag meer in deze omgeving terechtkomen, of men ontwaart blanke zeilen, die statig tus sen de lage oevers glijden, zacht dob berende kano's en moeizaam voort- kruipende roeiboten met vissers. De doelen, die de inzittenden van deze vaartuigjes najagen, zijn heel verschillendDe vissers zoeken natuur lijk een rustig visrijk plekje waar hun hengelaarsdroom in vervulling kan gaan; de kano's duiken stilletjes weg in het hoge riet langs de oevers en de zeilers zetten koers naar de kleine Veenplas temidden der Vlieten, die men met een groots woord „De Bom- meer" noemt. Vlak bij die „Bommeer" staat het jachthuis van Van Dijk. Een eenvoudig houten gebouwtje, waar vroeger de jagers hun brood aten of schuilden voor het slechte weer en zij met grote overtuigingskracht vertelden van hun vroegere successen. Tegenwoordig is het jachthuis in hoofdzaak het eindpunt van de boten- inensen. Die er een klein steigertje vinden waaraan zij hun boot en een paar schommels plus een wip waaraan zij hun eventuele kindéren kwijt kun nen. En binnen kunnen zij koele limo nade drinken. Misschien zelfs met ijs er in Rust en schoonheid. Toch zijn het niet de vaders en moe ders met kinderen die bij voorkeur naar de Bommeer gaan. Neen, dat is een genoegen, in hoofdzaak gereserveerd voor de minnaars van de stilte en het simpele vogellied. Voor hen die de taal van het wuivende riet nog verstaan en van de schrijvertjes in het water; die nog in overgave kijken hoe het zonlicht door het water van de vliet valt en zo iets onthult van de kleine maar wonderbare geheimen die zich onder de oppervlakte van het gladde water afspelen; voor hen kortom, die graag naar de stemmen van de natuur en de stemmen in zich zelf luisteren en daarbij niet de nabijheid van vele anderen kunnen velen. Aan hen wilden wij vertellen, hoe schoon deze Vlieten zijn met hun kleine elzenbosjes en hun verborgen hoekjes. Waarover de gekruide geur van het verse hooi vaagt, zodra eind Juni de maaiers in hun blauwe kielen hun zeisen doen flitsen in het stralende zonnelicht. Aan hen ook willen wij verklappen, hoe men er komen kan. Niet per auto gaat dat en evenmin per motor en zelfs niet per fiets of lopend. Er is maar één weg: Varen. Het beginpunt is de Vlaardingse Vaart stroomafwaarts in de richting van Schipluiden. Maar halverwege, bij de eerste grote zijvliet, moet men de steven wenden naar het Westen; in de richting van het torentje van Maas sluis, dat als een fijn puntje in de verte opdoemt. Een paar honderd meter op die weg en men weet zich al omringd door de stilte. Geen koe is er meer te zien en geen mens. Er resten slechts het water, de lucht, het groene gras, de lissen, de goudgele dotters en de vogels die men hoort zonder ze waar te nemen. Mensen en vogels. Behalve 's Zaterdags en 's Zondags. Dan komen van Vlaardingen uit de boten de Vaart afzakken en kan het bij een zeilwedstrijd soms weme len van vaartuigjes. Desondanks zien al die mensen geen kans, de stilte die hier heerst te verstoren. Die slokt alle geluiden op, die blijft overheersen. Als men in de week gaat en men is heel stil, valt er veel te zien op de Vlieten: Bietzangers, grote en kleine karekieten en meerkoeten en water hoentjes, die met een stoet donker kleurige jongen achter zich tussen het riet verdwijnen. Niet geteld de vele andere gevleugelde vrienden, zoals futen en dodaars, slobeenden en zomertalingen, aalscholvers, wulpen, kieviten enz. Vooral in deze tijd is het er een leven van je welste. Er komt pas een beetje rust, wanneer tegen half Juli de meeste weidevogels met hun jongen die dan zo'n beetje kunnen DE BIKKERTJES Laat-ie fijn zijn, maat.... We gaan zogezegd als kikkertjes de vacantie in en wc komen d'r als nik kertjes uit. vliegen naar de Slikken aan de kust vertrokken zijn. De ledige plaatsen worden reeds in Augustus weer ingenomen door trek vogels uit Skandinavië en de Baltische Staten, zodat men dan ineens tiental len snippen en eenden aantreft. In de winter tenslotte vormen de Vlieten een uitgelezen stuk water om op te schaatsen. Zij brengen de schaat senrijders naar Maassluis en Maasland en naar de Bommeer, die er n^t als de Vlieten af en toe spiegelglad bij wil liggen. Waaruit blijkt, dat in ieder jaarge tij de Vlieten een dorado vormen voor ieder die houdt van lage landen, hoge luchten, spiegelend water en alleen zijn met zichzelf in Gods vrije natuur. PIJPERDAG 1950 I IET Schiedamse Tam boers- en Pijperskorps „Harmonie" heeft met zijn Pijperdag op 2e Pinksterdag heel Schiedam behoorlijk op stelten gezet. En dat de Schiedamse burgerij zoiets op prijs weet te stellen, be wees de zeer grote belang stelling. Zie je wel, dat ook in Schiedam iets kan slagen. Goed zo, Harmonie Wie volgt? FOTOWEDSTRIJD I \E deelnemers aan de fotowedstrijd „Schie dam" worden er aan her innerd, dat de foto's vóór 15 Juli a.s. moeten worden ingezonden aan het Bureau van De Schiedamse Ge meenschap, Nieuwstraat 12. Op de achterzijde van de foto's moet duidelijk (liefst in blokletters) vermeld wor den: 1. Naam en adres van de deelnemer. 2. De groep, waarbij men wil gerekend worden groep 1: beginnelingen groep 2: gevorderden groep 3: vakfotografen. 3. Aanduiding van het on derwerp. Zij, die de voorwaarden van deelname nog wensen te ontvangen, kunnen deze verkrijgen aan het Bureau van de Schiedamse Ge meenschap, Nieuwstraat 12. COMITÉ VACANTIEFEEST 1950 I IE Schiedamse Gemeen - schap heeft de vol gende dames en heren be reid gevonden zitting te nemen in het Comité Va- vantie 1950 Mevr. M. den BoerBijl, W. Hagers, Drs. K. W. van Houten, L. F. M. Nelissen, W. C. Oranje, A. van Schie, K. Scholte, A. M. Sunder- man, F. A. de Wolff, mevr. J. C. van WoerkomWitte, Ir. W. E. Hoek, C. Lands bergen, W. Nieuwstraten, J. Schaper, J. J. Schipper, F. Schrijver, II. Visser, Edw. den Hoed.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1950 | | pagina 7