ciccintieweek
Van
ideo-realisten,
premièrontaiten,
show-businessmen,
fanatische finaneieloze fantasten
EN EEN PAAR MENSEN DIE EEN
IN ELKAAR WILDEN ZETTEN
64
EN toen het middernacht geworden was, keek de voor
zitter van de Schiedamse Gemeenschap op zijn horloge
en naar de volle asbakken en dat was het teken,
dat er een eind meest komen aan de bewogen vergadering.
Op de moderne stalen tafels met het grijze linoleum,
onder het zachte, heldere licht van de T.L.-monturen,
hadden vier uur lang de plannen zich opgestapeld tot een
ideeën-berg, welke alleen te lijf kon worden gegaan met
het legaat van een millionair, die de vrucht van zijn werk
zaam leven om wil zetten in Vacantieweken.
Het had er aanvankelijk helemaal niet zo wild uitgezien.
De heren, welke als vertegenwoordigers van diverse groe
pen en diverse activiteiten der Schiedamse bevolking in
het comité voor de Vacantieweek zitting hebben, zijn oer
degelijke realisten, die zelden de neiging vertonen met
het hoofd in de lucht te gaan lopen tenzij met de voeten
solide op de grond.
Zagen wij Drs. van Houten niet zitten met dat in deze
tijd weldadige ideo-realisme ten aanzien van de spaarzaam
heid en een dissertatiële kennis van wat men met een dub
beltje doen kan? Aangezien het hier om vele dubbeltjes
ging, keek hij eerst de kat eens uit de boom of liever de
plannen uit de documentenmappen. Het is niet prettig voor
zitter van een financiële commissie te zijn. De voorzitter
of het lid van een andere commissie heeft tenminste de
pret eraan, een plan te kunnen opperen. Ook al gaat het
niet door, dan zijn er altijd nog wel vriendelijke mede-
comitéleden, die met een meewarig schouderklopje zeggen:
„Het was toch een aardig plan".
Die vreugde is voor de voorzitter van een financiële
commissie niet weggelegd. Hij heeft iets van de huisvader
met een kwade naam bij vrouw en kinderen ook diens
eerste vraag is altijd: „Wat kost het?" Nu vraagt geen
verstandig man „wat kost het?", als hij nog niet weet,
wat er aan de hand is. Dus was het zuur voor voorzitter
Holl, dat hij aan het begin van de avond de begroting van
de heer van Houten nog niet in zijn zak had. Dat had tijd
uitgespaard. Nu kwamen dus eerst de plannen. Het begon
al meteen goed. Bij collega Hagers. Voornamelijk een kwes
tie van relaties, die iemand opdoet, als hij tussen de auto
mobielen van Rallyes zit. De West-Nederland Rit van de
R.A.C.-West zou dit jaar op de eerste Vrijdag van de
vacantieweek vanuit Schiedam, Rembrandtlaan, kunnen
starten, als er animo voor was. Met het laconieke gebaar,
dat de volmaakte stunter past, legde de rallye-journalist
quasi achteloos dit plan op tafel.
Onmiddellijk was er die sportieve sfeer, dat „nu-of-nooit"
gebaar, dat de ras-progressiviteit van een comité als het
onderhavige kenmerkt. Mocht de heer van Houten al
cijfers vragen, de vele hoofden rond de lange tafel knikten
instemmend, toen de voorzitter dit ,,'n evenement noemde,
dat zeker moest doorgaan". Dit was reclame voor Schie
dam; dit was een gebeurtenis; dit was „show-business".
Zonder meer werd de post, hiervoor nodig, gevoteerd.
Rustig, als de man, die groot slam opgelegd in zijn hand
heeft, legde Hagers de volgende troef op tafel: een motor-
sterrit en een Solex-rit met medewerking van de motor
club Schiedam. Alsof men boven een garage in plaats van
boven een distilleerderij vergaderde zo snel werd ook dit
plan in dank aanvaard.
Toen zocht de meester even tussen de kaarten van zijn
maat. Hij had steun nodig om te kunnen snijden. Hij vroeg
aan de heer Sunderman een kleine 200 man om te helpen
bij de organisatie en de verwerking van een grote fiets-
rallye door het Westland. Het zat uitstekend, de maat
voelde de situatie subliem aan en weer was er een slag
voor de journalist.
Even keerde de rust weer, na dit indrukwekkend stukje
werk. Collega Schaper, chef van pers en propaganda,
achtte het wijzer zijn mond te houden, zodat schrijver
dezes zijn culturele dienstregeling aan de man begon te
brengen. Hem was de organisatie van de avondvoorstel
lingen in de open lucht opgedragen en met al de zorgeloos
heid van een fanatische financieloze fantast begon hij zijn
ideeën te presenteren.
Het Leitmotiv in zijn barokke werk was „verscheiden
heid," afwisseling, voor elk wat.
Hij liet de Marinierskapel aanrukken met Orpheus in
het kielzog, zette T.H.O.R., Hygiea en haar ballerina's in
één programma met de Schiedams-Vlaardingse Jazz-jeugd,
liet operettekoren in klederdracht optreden en de overige
Schiedamse koren ondeugende madrigalen zingen; zag
Hugo de Groot met Musicorda reeds het Scapino-ballet be
geleiden en trok met een lichtstoet van lampions en fakkels
uit alle punten van de stad naar het Singelplantsoen om er