den van het brandende vocht, dat ze zelf brouwden. Neen, de romanticus, jong van bin nen en dromerig, aangelegd, minder sociaal voelend en minder gekneed door de harde werkelijkheid dan de realist, komt aan zulke gedachten niet toe. Hij laat zich leiden door zijn fan tasie; door zijn honger naar het schouwspel. Als hij denkt aan die oude branderijen, verschijnt het schijnsel van de brandersoven voor zijn geest; met sterke mannen, die spelenderwijs zware zakken op hun rug torsen en zingend hun werk doen. De krotjes met hun scheefgezakte venstertjes vindt hij heerlijk knus, de hofjes met hun gebrek aan licht en lucht en hun teveel aan ingehouden ergernisjes en verborgen kwaaltjes, een voorbeeld van verzonken rust en diepe vrede. De open sloten met hun stinkwatcr en gore gasbellen tenslotte zijn bronnen van inspiratie, die een ver verleden naar boven spiegelen. En daarom, gij die zelfs in deze tijd uw gevoel voor romantiek nog hebt weten te bewaren, gaat naar Oud-Schiedam. Bekijkt het en.... geniet.

Gemeentearchief Schiedam - Krantenkijker

Schiedamse Gemeenschap (tijdschrift) | 1950 | | pagina 7